Tijd vliegt voorbij op Tobago


Klinkt oorlogszuchtig
We liggen op Tobago bij een dorpje Charlotteville in de Man of War Bay, vlak voor piratesbay. Dat klinkt allemaal behoorlijk oorlogszuchtig, maar niets is minder waar. Wel is hier in het verleden ook flink gevochten door verschillende Europese landen om hier de baas te kunnen spelen, uiteraard heeft Nederland daar ook zijn steentje aan bijgedragen. Het eiland is volgens Wikipedia 22 keer gewisseld van eigenaar voornamelijk door Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië. Bij de verschillende wisselingen van de wacht vierde de piraterij hier hoogtij, vandaar ook de naam Pirates Bay waar wij liggen.
Maar goed, nu is het een heerlijk rustige baai waar nog een stuk of tien zeilboten liggen met een schattig klein dorpje aan het eind van de baai waar een paar eethuisjes staan, maar waar de tijd ook stil heeft gestaan. Na een paar dagen begin je al heel wat mensen te herkennen. Het is er gezellig en er lopen veel rasta mannen met de één nog een fraaier kapsel dan de ander. Er wordt gevist voor de kost en er is een bakkersvrouw met heerlijk brood (na alle plakkerige witte brood van afgelopen maanden is dat een verademing). De supermarkt verkoopt niet zo heel veel, maar voldoende groente en fruit voor ons om ook af en toe op de boot te eten. Het favoriete cafeetje is dat van Jaba, waar je zelf je drankjes uit een koelkast pakt en waar elke week ook live muziek is. Heel gezellig, iedereen staat er omheen, buiten op straat lekker te luisteren of wat te dansen en wat te drinken.

Pirates Bay
Links van ons schip kijken we uit op het prachtige strand van Pirates Bay, waar we bijna elke dag wel even met de dinghy naar toe gaan om te zwemmen en te snorkelen. Het leuke van Pirates Bay is dat er helemaal geen bebouwing is, het is dus een mooi strand met daarachter het regenwoud. Wel met een mooi pad er doorheen, maar verder is het jungle. Het lijkt wel een stukje paradijs op aarde. Sowieso is het noorden van Tobago nog prachtig groen en niet aangetast door hotels of andere lelijke grote betonnen flatgebouwen. Het leven hier is dan ook ronduit genieten, en als je geniet dan vliegt de tijd voorbij. Toen we deze blog wilden schrijven wisten we ook eigenlijk niet meer precies welke dag we nu wat gedaan hebben want we zijn hier echt alle gevoel voor tijd kwijtgeraakt. Maar met de foto’s die allemaal een datum hebben konden we het toch nog een beetje terug filmen.

Scarborough ooit gesticht als Nieuw Vlissingen
Vrijdag ochtend zien we de Wildeman van Coen en José op de AIS verschijnen en even later lopen ze de baai binnen en ankeren een stukje achter ons. Ze komen een bakje koffie drinken, en het is leuk om hun verhalen over de tocht en Suriname te horen. Ze zijn ook in Botopasi geweest en zijn vrij snel daarna richting Tobago vertrokken. De rest van de ochtend doen we school en aan het begin van de middag gaan we naar Charlotteville. Als we daar geld willen pinnen, blijkt de geldautomaat leeg te zijn. Het is op zich al goed nieuws dat we hier in Charlotteville uberhaubt kunnen pinnen want in de pilot van Chris Doyle stond nog dat je hier niet met een westerse bankpas terecht kon en genoeg cash geld mee moest nemen. Gelukkig las ik dat pas toen we er al waren en blijken tegenwoordig de geldautomaten alle westerse passen ook te accepteren. Maar goed de automaat is leeg en we hebben nog net genoeg geld voor de bus dus we gaan vrijdag naar de hoofdstad Scarborough van Tobago. Met een minibusje rijden we van noord naar zuid en krijgen zo een mooie indruk van het eiland. Scarborough is totaal anders dan Charlotteville, staat vol met lelijke gebouwen en is weinig bijzonder, maar ze hebben er wel een bank met gevulde geldmachine. Nog leuk te vermelden is dat Scarborough ooit gesticht werd als Nieuw Vlissingen door Zeeuwse migranten nadat Jan de Moor eerder een Nederlandse kolonie op het eiland had gesticht. We halen heerlijke roti die we opeten in een parkje waar ook de Nederlandse rol in de geschiedenis van Tobago op een bord beschreven staan. Met name de gevechten met de Fransen die we hier gevoerd hebben worden toegelicht:

Uit Wikipedia “Op 3 maart 1677 vielen de Fransen tijdens de Eerste Slag bij Tobago Lampsinsburg en de Nederlandse schepen aan. De Nederlandse bevelvoerende commandant, commandeur Jacob Binckes wist onderbemand en met grote verliezen de Fransen een strategische nederlaag te bezorgen. Maar omdat Nederlandse versterkingen te laat kwamen, werd Tobago op 6 december tijdens de Tweede Slag bij Tobago opnieuw door een nieuwe Franse vloot aangevallen en veroverd, waarbij commandeur Binckes op 12 december sneuvelde. Met de Vrede van Nijmegen (1678) kwam een definitief einde aan Nieuw Walcheren, en werd geheel Tobago Frans gebied.” Weer een stukje vaderlandse geschiedenis waar ik niets van af wist…

wordt er luid gejammerd
‘s Middags lopen we nog naar het fort St. George, dat in de 18e eeuw is gebouwd door de Britten. Het is nog in goede staat en we hebben er een prachtig uitzicht op Scarborough en het eiland richting het noorden. Helaas is het museum dicht dat in het fort gevestigd is omdat de stroom het niet doet… Dat missen we dus. Als we terug lopen valt Myrthe tijdens het rennen op de weg met een bloedende voet als gevolg. Met wat water van de kaartjes verkoper bij het fort maken we het onder luid gejammer van Myrthe zo goed als het gaat weer schoon. Zeker als we er sterilon op doen wordt er luid gejammerd, ik kan me dat van vroeger toch niet zo herinneren, zal ze wel van Aranka hebben ;-)….

Na wat zoeken vinden we een busje terug en ‘s Avonds eten we bij Sharon en Phebe’s, wat in de pilot goed staat aangeschreven, maar wat wij tegen vinden vallen (alles uit de frituur…). Toch zijn we heel tevreden, we hebben weer een hoop gezien en geleerd.


smalle passage met veel stroming
We komen erachter dat je op Tobago ook prachtig kan duiken, en Aranka wil ook nog graag haar duikbrevet halen. We kijken bij een paar duikscholen, ERIC (Enviromental Research Institute Charlotteville) in Charlotteville is gecombineerd met een onderzoeks instituut, dat lijkt ons erg leuk, maar ze gaan voorlopig niet duiken. In Speyside, net over de berg aan de westkant van het eiland zitten nog twee duikscholen en Aranka kiest voor Extra Divers, die komt relaxed over en met vriendelijke mensen. Aranka kan al direct de volgende dag (zondag) beginnen. Vanaf dat moment zit Aranka vier dagen in de duikcursus stress, maar ik geloof dat ze er ook erg van genoten heeft. De eerste dag maakt ze al meteen een duik in de stroming waarbij ze ook nog door een smalle passage met veel stroming heen gaat. Verder gaat ze al vroeg naar de duikschool en komt pas weer laat in de middag terug. Als ze een dagje vrij heeft zit ze in haar duikboek gedoken en lijkt ze met haar gedachten nog wel verder weg dan Speyside. In ieder geval vinden Wouter, Myrthe en ik het wel weer prima als de cursus voorbij is en ze weer terug is. Ondertussen hebben wij een programma om ‘s ochtends school te doen, en als dat klaar is te gaan zwemmen bij het strand van Pirates Bay. Je kan bij Pirates Bay ook heerlijk snorkelen en je ziet allerlei mooie vissen om je heen, het is net een aquarium waar je in zwemt.

…en dat wist ik nou ook weer niet
‘s Maandags krijg ik hulp van Coen die de kinderen nog een aardrijkskunde les op het strand van Pirates Bay geeft. Na een uurtje weten ze hoeveel mensen er op de wereld wonen, en dat de 85 rijkste mensen even veel hebben als de armste 3,5 miljard mensen, kijk en dat wist ik nou ook weer niet, weer wat geleerd, maar ook wel bizar toch?
‘s avonds nodigt de bemanning van de Synergi, een Noorse boot, ons uit om mee te doen met een barbeque. Zij hebben ook twee kinderen, Linea is zeven en Madeline is 13. Het duurt even maar na een half uurtje is het ijs gebroken en rennen onze kinderen met Linea en Madelin in het rond. Er liggen in Man of War Bay verschillende Noorse schepen voor anker en het wordt dan ook een erg gezellige barbecue.


opent hij frontaal de aanval met zijn houten zwaard
Dinsdag ochtend vroeg zien we een prachtig zeilschip (tweemaster) binnenlopen. Wouter ziet er meteen een gevaarlijk piratenschip in en bedenkt al een aanvalsplan. Even later komt eerst Coen langs om een boormachine te lenen en als we net aan de koffie zitten vaart de kapitein van de tweemaster langs. Hij is op weg naar de kant in zijn dinghy en blijkt ook Nederlands te zijn. We bieden hem ook een kop koffie aan, maar als hij aan bord klimt zit Wouter nog steeds volledig in zijn piraten fantasie en opent hij frontaal de aanval met zijn houten zwaard op onze gast. De kapitein heet Arjan en is gelukkig goed gemutst. Het schip is de Très Hombres, een traditionele schoener van 32 meter. Het is het enige zeilende vrachtschip dat zonder motor op traditionele wijze goederen (met name rum en chocolade) vervoert. De Très Hombres ligt hier een paar dagen voor anker en Arjen nodigt ons uit om aan boord te komen kijken. Dat is natuurlijk erg leuk. Arjen vertelt met veel passie over de Très Hombres en de laatste reis waarbij ze naar Noorwegen zijn geweest om daarna via Frankrijk af te zakken en naar de Carib te varen. Ik vind het indrukwekkend om met zo’n schip vracht te vervoeren zonder motor, dat betekent ook havens in manoeuvreren op de zeilen met een schip wat deels dwars getuigd is en niet hoog aan de wind kan varen. Petje af!

Ik kijk tegen brekers op die soms bijna twee meter hoog zijn
Alhoewel Aranka vandaag geen cursus heeft, moet ze nog wel het duikboek doorspitten, dus ga ik met Myrthe en Wouter naar het strand op Pirates Bay. De Noren zouden ‘s middag ook komen, maar als we bij het strand komen zien we wel grote brekers, maar verder alleen een heel klein leeg strandje. Het is springtij en hoog water, dus het strand is grotendeels verdwenen onder water. Het lukt om net achter een breker het strand op te varen maar er komt wel een flinke breker de dinghy in. Myrthe en Wouter vinden het prima want in zo’n grote branding kan je wel heel leuk spelen, alhoewel je soms behoorlijk het strand op wordt meegesleurd. Ik kijk tegen brekers op die soms bijna twee meter hoog zijn en vraag me af hoe we hier ooit weer van het strand af komen. Voordeel is wel dat we het strandje wat er nog is helemaal voor ons zelf hebben. Ik probeer nog te snorkelen, maar het water is te wild om dicht bij de rotsen en het rif te komen en door de grote golven is het ook troebel, dus je kan ook niet zo ver zien. Als na een uurtje zwemmen het strand nog kleiner wordt en de brekers nog groter vind ik het mooi geweest en gaan we terug. Ik zwem als het net even rustig is snel met de dinghy door de branding heen en klim er dan in, Myrthe en Wouter zwemmen zelf door de branding. Wouter lukt het in één keer, maar Myrthe wordt door een grote golf gepakt en belandt in een grote wasmachine en wordt weer het strand op gespoeld, de tweede keer lukt het wel en achter de branding hijs ik ze allebei aan boord.

met een echte manchet het want in als echte piraten
De volgende dag (woensdag) breng ik Aranka weer vroeg naar de kant. Ze moet vandaag haar examen doen en ook nog twee duiken, dus een vol programma. Ik werk het gebruikelijke programma af, school doen, wat overigens erg moeizaam gaat sinds de vakantie in Suriname, maar we worstelen ons er weer door heen. Met name Wouter heeft er helemaal geen zin in en gooit zeker twee keer per uur zijn “kont tegen de krib”. Ben heel benieuwd hoe dat gaat als hij weer in Leiden in de schoolbankjes zit… Maar ik heb vandaag een mooie stok achter de deur, als school klaar is kunnen we naar het strand, maar daarna ook nog op bezoek bij de Très Hombres. Dat helpt en bovendien is het woensdag dus hebben we minder werk en om twaalf uur zijn we klaar. Nadat we geluncht hebben gaan we naar het strand. De Noren zijn er ook, maar die gaan net weg. Gelukkig voor Wouter en Myrthe blijft Linea met haar grootouders nog wel even zodat ze samen kunnen spelen. Als Linea met haar grootouders ook opstapt gaan wij naar de Très Hombres, dat is erg leuk. We krijgen een uitgebreide rondleiding en zien hoe de bemanning slaapt in het vooronder, dat is vergeleken met onze boot echt spartaans! Als het er wat ruiger aan toe gaat is het ook niet dicht en loopt er water de bedden in. Ze slapen er met een man of zes in een kleine ruimte en die doet dan ook wel een beetje muf aan… De kombuis staat voor op het schip, maar daar kan het ook flink te keer gaan, lijkt me lastig koken! Ook krijgen we het ruim te zien waar al vaten met wijn liggen uit Frankrijk, maar waar nog voldoende ruimte is voor een lading rum uit Grenada. Ook is er een koelcel voor de chocolade die in Grenada wordt ingeladen. Verder wordt er door de bemanning hard geklust, want er zit veel staal op het schip en dat moet regelmatig in de verf gezet worden. Myrthe en Wouter klimmen nog met een echte manchet het want in als echte piraten.


of ik het soms direct van Jacques Cousteau heb overgenomen
Donderdag gaan we met zijn allen naar de duikschool. Aranka moet nog een laatste duik maken voor brevet, maar ik kan mee op haar laatste duik en de kinderen kunnen dan bij de bootsman op de boot blijven. Ik heb de afgelopen dagen ook nog ijverig in mijn duikboek zitten studeren, want het is sinds ik mijn brevet twee jaar geleden heb gehaald allemaal behoorlijk weggezakt. Er zijn nog twee andere duikers die mee gaan en twee duiken maken. Tijdens hun eerste duik kunnen wij dan lekker met de kinderen snorkelen. Zo gezegd zo gedaan, maar Wouter vind het maar niets, met een vreemde man die hij niet verstaat op een boot achterblijven. Het kost ons twee paar zwemvliezen die we Wouter en Myrthe beloven maar dan zijn ze ook accoord. Vast niet pedagogisch verantwoord, maar wel effectief. Uiteindelijk gaat het prima, valt Wouter in slaap terwijl wij duiken. Ik vind het erg leuk om nu samen met Aranka te kunnen duiken, en het is ook prachtig, we zwemmen midden in een prachtig aquarium. We zien onder andere een grote mureen, een schildpad en een schorpioenvis die je beter niet kan aanraken. Ik kan meteen mijn duikpak uittesten dat ik op markplaats had gekocht voor we vertrokken om eventuele visnetten uit de schroef te kunnen halen. Gelukkig heb ik het nog niet nodig gehad, dus het is de eerste keer dat ik het gebruik. De duikinstructeur vraagt nog of ik het soms direct van Jacques Cousteau heb overgenomen. Desalniettemin voldoet het prima! Aranka moet nog een paar oefeningen doen die ik maar even mee doe, goede herhaling, en verder genieten we er enorm van. Als we terug zijn boeken we voor zondag ook nog een duik. We eten nog een hapje bij de duikschool en worden netjes teruggebracht naar Charlotteville, scheelt weer een nachtelijke lift…


Dom, dom, dom…
In het weekend van zeven en acht februari gaan we op zaterdag naar de Argyle watervallen. We gaan met de bus naar Roxborough waar het pad naar de watervallen begint. Bij het begin worden we aangesproken door iemand die zich voordoet als gids, en omdat de kinderen gratis zijn en hij ons een prachtige route door de jungle heeft voorgeschoteld gaan we met hem in zee. Dom, dom, dom… We worden een auto in geloodst, dat is raar want het is maar een half uurtje lopen… Een stukje verder gaan we de auto weer uit en lopen inderdaad over een prachtig pad met mooie uitzichten en bamboe aan beide zijden van het pad. Het valt wel op dat onze gids haast heeft. Ik wordt gemaand Myrthe -die inderdaad wel erg treuzelt- toch vooral aan te sporen een beetje door te lopen. De haast wordt steeds groter, we lijken zelfs geen tijd voor een fotootje te hebben… Het pad naar de watervallen wordt ook steeds avontuurlijker waarbij ik Myrthe en Aranka maar bij de steile afstappen help, want van onze “gids” hoeven we niet veel te verwachten. Bij de watervallen geeft onze gids aan dat hij nu weer terug moet, maar dat pikken we niet en we laten hem eerst één van zijn andere prachtige routes aanwijzen. Dat leidt tot nog een klauterpartij naar beneden langs de watervallen totdat hij ons bij een mooi poeltje achterlaat. Wel met de opmerking dat we weg moeten wezen als er twee jongens van boven komen want die zijn niet te vertrouwen en beroven toeristen…, ja ja, maar heel lekker zit je dan ook weer niet.

Maar de watervallen zijn echt prachtig en liggen midden in de jungle met oneindig veel kleuren groen. We nemen een heerlijke frisse douche onder de waterval en zwemmen in het poeltje wat nog zes meter diep blijkt te zijn. Als we teruglopen vinden we al snel een goed pad en zo komen we bij de officiële ingang waar je ook geacht wordt een kaartje te kopen. Wij zijn door onze “gids” via een omweggetje naar de watervallen gebracht en hebben zo de entree omzeild. Daarom waren we ook de auto in geloodst, zodat ze ons niet voorbij zagen lopen…, heel goochem! Aranka is boos, maar ik vind het ook wel weer slim bedacht. Anyway we hebben een mooie wandeling gemaakt en hebben lekker gezwommen, terug krijgen we een lift en worden we in één keer tot bijna in Charlotteville gebracht. Het laatste stukje lopen we, wat een paar prachtige uitzichten oplevert van de baai waar we in liggen en waar ook de Très Hombres ligt die op het punt staat te vertrekken. ‘s Avonds hebben we gereserveerd bij een restaurantje langs het strand waar we heerlijke vis eten, samen met Coen en José. Het is erg gezellig, even later komen ook de Belgen die naast ons voor anker liggen hier eten. Wouter zit al snel bij hen aan tafel en praat mee alsof hij er al jaren aan tafel zit.

twee Rif Haaien die vlak langs ons zwemmen
Zondag staan we vroeg op, om kwart voor negen zijn we met een lift bij de duikschool. We gaan samen met twee mannen die eerst naar een wrak gaan duiken. In die tijd gaan wij samen met de kinderen snorkelen, we zien weer prachtige vissen. Daarna is er pauze en kunnen we nog meer snorkelen. Dan maken Aranka en ik samen met de andere twee duikers een duik langs een prachtig koraal, het heet heel toepasselijk Coral Garden. we zien prachtig koraal, o.a. hersenkoraal van meters groot en grote “bladeren” die wuiven in de stroom. Ook zien we weer een grote groene Mureen en ook twee Rif Haaien die vlak langs ons zwemmen. Dat is leuk want die zie je niet zo vaak.
‘s Middags gaan we samen met de bootsman naar Little Tobago. Dit is ooit privé eigendom geweest van Sir William Ingram die het hier zo mooi vond dat hij het eiland kocht en er jaren gewoond heeft. Hij heeft er ook de Birds of Paradise uitgezet die er tot 1963 hebben geleefd, toen de orkaan Flora een einde maakte aan deze vogelsoort op Little Tobago. Sir William Ingram heeft het eiland terug gegeven aan de Staat, met de voorwaarde dat het een natuurreservaat werd en er niemand op mocht wonen. Tot op heden is dat zo en het is een heerlijk eiland met mooie wandelpaden en prachtige uitzichten over zee. ‘s Avonds worden we weer netjes terug gebracht naar Charlotteville en eten we wat aan boord.

lukt het om de pincode te achterhalen
Maandag krijgen Myrthe en Wouter nog een laatste aardrijkskundeles van Coen. Ze leren dat ze op Tobago zijn en naar Grenada gaan en wat de verschillen met thuis zijn. En waar Tobago en Grenada op de wereldkaart liggen. ‘s Middags doen we boodschappen en ‘s avonds eten we heerlijk bij Gail’s. Daarna is er nog live muziek bij Jaba’s, het is er druk maar ook erg gezellig. Het is een leuke mix van vissers, andere locals en zeilers. Er loopt iemand rond met een ID-kaart van een Nederlander die Clemens heet. De eigenaar heeft hem samen met zijn telefoon en een bankpas in een winkeltje laten liggen. Wij vermoeden dat hij van een bemanningslid van de Très Hombres is,die nu in Grenada ligt, aangezien hier verder weinig Nederlanders zijn geweest. Aangezien wij morgen (dinsdag) naar Grenada vertrekken nemen wij de spullen maar mee. ‘s Avonds op de boot lukt het om de pincode te achterhalen en kan ik in het adresboek van zijn telefoon het nummer van Arjen (de kapitein van de Très Hombres) vinden en SMS hem dat we de spullen van Clemens gevonden hebben. Gelukkig liggen zij nog tot woensdagmiddag in Grenada en we spreken af dat Clemens woensdag ochtend naar onze ankerplek toe zal komen om zijn spullen op ter halen.


dus maar gewoon ouderwets peilen
Dinsdag halen we de was op, klaren we uit en maken we onze boot gereed om net voor het donker wordt te vertrekken. Het is wel jammer om hier te vertrekken, het is zo’n heerlijk plekje, met het prachtige strand van Pirates Bay en het gezellige plaatsje Charlotteville. Maar dat is nou eenmaal hoe het is, net als je je thuis begint te voelen is het ook weer tijd om te vertrekken. Het is geen lange afstand maar voorlopig wel de laatste nachttocht die we maken, want na Grenada zijn de afstanden korter en prima overdag te doen. Naar Grenada is het 85 mijl en we hebben 1-2 knopen stroom mee, dus het is maximaal 12 uur varen. Als we te vroeg vertrekken komen we nog in het donker aan. we varen samen met de Synergi, de Noorse boot. Zij zijn iets eerder weg, maar wij zijn sneller, en nadat we de genua over de andere boeg hebben uitgeboomd varen we ze al snel voorbij. We zien veel scheep(jes?) onderweg, maar geen van alle heeft AIS, dus maar gewoon ouderwets peilen. Gelukkig varen ze allemaal langs ons zodat we nauwelijks onze koers hoeven aan te passen. Het is verder een heerlijke rustige oversteek en we komen keurig met de dageraad aan bij Prickly Bay in het zuiden van Grenada. Het ligt er vol met moorings maar we weten toch nog een mooi ankerplekje te vinden dicht bij de dinghy steiger en dicht bij het strand.