Het Zeeuws Archief en de Slavernij

Van Meivakantie Zeeland

Alhoewel er in Middelburg niet veel open is op zondag lukt het toch om bij Bakker Bart vers brood en Zeeuwse Bolussen te krijgen. Het weer wordt steeds beter en we ontbijten heerlijk, terwijl we op een prachtig plekje aan de Rouaansekaai liggen. Na het ontbijt maken we een wat langere wandeling door Middelburg, we lopen eerst naar de Lange Jan die onderdeel is van de Abdij en klimmen ruim 200 treden (Myrthe telde er 211) omhoog. Daar hebben we een fraai uitzicht over Middelburg, maar ook Vlissingen en het kanaal door Walcheren kan je mooi zien liggen. Wel jammer dat je niet naar buiten kan en door -soms wel erg vieze- ruitjes naar buiten moet kijken.

Nadat we wee naar beneden zijn geklommen lopen we een klein stukje verder naar het Zeeuws Museum dat ook in de abdij is gevestigd. Er hangen o.a. zes tapijten waarop de tachtigjarige oorlog is afgebeeld. Het stadhuis kunnen we niet in, maar er zijn voldoende terrasjes op de Markt om het stadhuis van de buitenkant te bewonderen. We lopen nog een rondje rond de grachten, doen boodschappen bij de Albert Hein en wandelen weer terug naar de boot. Rond een uur of vijf komen Eltjo en Lilian van de Win2Win langs. Hun boot ligt even verderop in de haven bij Watersportvereniging Wolphaartsdijk en ze waren toevallig aan boord. Het is alweer even geleden dat we ze gezien hebben en dus ook erg gezellig om weer bij te praten en alle plannen te horen onder het genot van wat pizza’s.

Maandag ochtend haal ik vers brood en vijf Zeeuwse Bolussen. Als ik terug kom op de boot zijn er nog maar vier Bolussen, dus maar weer terug naar de bakker die gelukkig vlakbij zit. Om tien uur komt mijn oom Roelof aan fietsen die hier vlakbij woont in Serooskerke en vroeger directeur was van het Rijksarchief. Wij krijgen vandaag een rondleiding door het Rijksarchief. We gaan direct op pad, koffiedrinken komt later wel. We lopen door de Kuiperspoort waar in de zeventiende eeuw tonnen en kuipen door het “Kuipersgilde” werden gemaakt. Dan lopen we naar de Balans waar het Zeeuws Slavernijmonument staat, midden in het centrum van de vroegere zeeuwse slavernij handel. Het bijzondere is dat er in Middelburg of in Nederland zelf eigenlijk helemaal geen slaven kwamen. De schepen van de West Indische Compagnie ruilden goederen in voor slaven, brachten de slaven vervolgens naar Suriname of de Caraïben, waar ze verkocht werden voor goederen zoals suiker en koffie, waarmee de schepen weer terug kwamen in Nederland. Hierna lopen we naar het Zeeuws Archief. Grappig dat iedereen mijn oom Roelof hier nog kent terwijl hij toch al een tijdje met pensioen is. We gaan eerst naar het “depot” waar ale oude stukken worden bewaard. Het is wel even heel wat groter dan het Leidsch gemeente archief waar ik laatst met de Myrthe haar klas mee naar toe ben geweest. Hier zijn maar liefst drie enorme etages onder grond, die hermetisch vergrendelbaar zijn.

Eerst laat mijn oom een logboek zien van een slavenschip van de Middelburgsche Commercie Compagnie en hoe daarin per slaaf werd bijgehouden waarvoor hij of zij geruild werd in West Africa. En hoe het schip er maanden over deed om voldoende slaven in te kopen. Daarna werd dan nog de reis naar Suriname gemaakt waar ze ook meer dan een maand over deden (wat best lang is). Verderop in het logboek lezen we voor hoeveel een slaaf dan weer verkocht werd in Suriname. Te bizar voor woorden, ik kan het maar amper bevatten, maar het staat er echt… Ook bekijken we nog een oude kaart van Suriname waarop alle plantages uit die tijd staan. We ontdekken ook plantage Frederiksdorp waar zowel mijn oom als wij vorig jaar geweest zijn. En ook Laarwijk dat tegenover Domburg aan de Suriname rivier lig, zien we liggen, verder herkennen we maar weinig van deze oude kaart. Na het depot krijgen we ook nog een uitgebreide rondleiding door het Van de Perrehuis waarin het archief is gevestigd, inclusief de voormalige werkkamer van mijn oom die me wel wat doet denken aan de burgemeesterskamer in het stadhuis van Leiden…

Na de leuke en ontzettend interessante rondleiding (zowel voor Wouter als Myrthe was dit het hoogtepunt van onze vakantie dat ze op school gingen vertellen) wandelen we terug naar onze boot en komen nog langs het oude spuikanaal op de Spanjaardstraat waar vroeger het water werd gespuid van een getijdemolen. Op de boot hebben we tijd voor een kop koffie met Zeeuwse Bolus en krijgt mijn oom een kleine rondleiding over ons schip. Daarna nemen we afscheid en varen wij verder naar Veere. Oom, ontzettend bedankt voor deze leuke rondleiding!

Als we na een uurtje motoren aankomen in Veere vinden we nog een mooi plekje aan de kade. We bezoeken het eerste deel van het Veerse museum, Schotse Huizen waar de Schotse inbreng in Veere wordt uitgelegd. We hadden in Schotland ook al gezien dat er een sterke band was met Zeeland, dus er valt weer een puzzelstukje op zijn plek. Daarna lopen we nog naar de kerk die Aranka en ik eigenlijk allebei nogal lelijk en vooral gigantisch groot vinden met de ingemetselde ramen. Wouter en Myrthe vinden het nu wel welletjes met alle musea en we gaan terug naar de boot. ‘s Avonds net voor het donker wordt maak ik nog een wandeling door het Veerse Bos en over de dijk naar de Jachthaven Osstwatering en kom nog langs vestingswerken van de Fransen uit de tijd van Napoleon.

Dinsdag bekijken we nog het Veerse Stadhuis, waar onder andere het afsluiten van de het Veerse Gat wordt uitgelegd en hoe alle vissers voordat de dijk werd gedicht weg moesten. Hierna gooien we de trossen los. Op alleen de fok varen we met soms ruime wind, soms aan de wind ongeveer vijf mijl tot we bij Wolphaartsdijk zijn. Hier gaan we nog even op de koffie bij de Win2Win. Eltjo adviseert ons om zeker ook nog naar de Grevelingen te gaan. Na uitvoerig overleg met Wouter besluiten we Zierikzee over te slaan. Wouter wou daar graag nog een dag fietsen, maar het idee van een kleine eilandje met een klimtoren is toch aantrekkelijker en we hebben ook al zo veel leuke oude stadjes gezien. Na de sluizen komen we op de Oosterschelde en kunnen we heerlijk zeilen. Stukken hoog aan de wind, maar als we langs de Zeelandbrug varen en wij naar het oosten afbuigen krijgen we een steeds ruimere wind. Het laatste stuk door het Mastgat en het Zijpe is het druk met binnenvaartschepen. Als we door de sluis zijn motoren we de laatste halve mijl naar het eilandje de Mosselbank waar we inderdaad fantastisch liggen. Myrthe en Wouter vinden het helemaal prima. Ze kunnen in bomen klimmen, er is een klimtoren en een grasveld waar ze kunnen voetballen. Woensdag spelen ze ook nog met andere kinderen en nemen ze zelfs even een duik in het toch nog erg koude water.  Ik kon er maar net een foto van maken. Ze picknikken met pannekoeken en we hebben geen kind aan ze.

Donderdag varen we weer verder. Inger vaart een paar dagen mee en we pikken haar op bij de Grevelingensluis. Ze heeft er dan al bijna drie uur trein en bussen op zitten en is dus wel toe aan een kop koffie. Erg leuk om weer bij te praten. Bij de Krammersluizen gaan we met de grote vaart mee omdat we te hoog zijn voor de vaste brug van de sportsluizen. Tenminste dat denken we en dat is ook het advies van de vorige eigenaar die hier ook altijd de grote sluis nam waar de brug wel open kan. We moeten drie kwartier wachten en daarna motoren we tot we op de Noord Volkerak zijn en daar kruisen we tussen alle beroepsvaart door. Bij de Volkeraksluizen schutten we ook weer mee met de beroepsvaart en daarna zijn we alweer in Willemstad. We lopen een rondje over de stadswallen en genieten dan nog van de laatste zonnestralen vanuit de kuip met zicht op een oude molen. De kinderen pakken een schetsblok en zijn allebei druk bezig om op papier te schetsen wat we om ons heen zien. We genieten van de zwaluwen die op de landvasten zitten en hele verhalen vertellen en zien nog een koekoek overvliegen. Het was dat ie zijn naam riep anders had ik hem niet herkend.

Vrijdag hebben we een heerlijke zeildag met de wind van achteren. We varen samen op met een moderne Centurion 40.S.2 van de ontwerper J. Berret & Racoupeau, die net als wij ook met een gennaker vaart. Bij vertrek grapt de schipper van de andere Centurion nog vol vertrouwen dat het een wedstrijdje Berret versus Dubois (ontwerper van onze Centurion) wordt. Dat had hij nou niet moeten zeggen… We trimmen de gennaker net zo lang tot we hem op- en voorbij lopen. Nadat we de gennaker ombouwen tot spinnaker blijft hij nog verder achter ons! Erg handig dat Inger aan boor dis en we een extra paar handen hebben. We genieten volop van het heerlijke weer en de prachtige en relaxte zeiltocht. Als we aankomen in Hellevoetsluis meren we af aan de kade voor de brug. We maken nog een wandeling en bezoeken het historische Droogdok Jan Blanken dat nog steeds in gebruik is.

We wandelen terug over de vesting. Hier liepen we bijna twee jaar geleden ook toen we net vertrokken waren voor onze reis naar de Carib. Niemand heeft veel zin om te koken en bovendien zit er geen supermarkt in de buurt dus we halen pizza en patat. Wouter en Myrthe vinden het meer dan prima, en wij eigenlijk ook. Zaterdag varen we weer terug richting Scheveningen. tot de Maasmonding hebben we prima wind en zeilen we heerlijk, maar midden in de Maasmonding valt de wind weg. Zo dobberen we met de stroom mee de Maasmond over. Gelukkig is het toevallig erg rustig en is er geen grote vaart in of uit Rotterdam, anders hadden we zeker de motor aan moeten zetten. We proberen het nog even met de Gennaker maar even later is ook daar niet meer genoeg wind voor en gaat toch de motor aan. Na een kwartiertje komt de wind opeens van de andere kant (noordwesten en kunnen we de laatste paar mijl nog lekker zeilen. Als we aankomen staan Wouter en Yissak Inger al op te wachten. Het is een drukte van jewelste in de haven want komende week is de North Sea Regatta en alle botenlopen nu al binnen. We eten nog samen nog wat in een restaurantje en dan gaan Inger, Yissak en Wouter naar huis. Wij slapen nog een nachtje op de boot en dan zit het er voor ons ook weer op. Als ik Myrthe en Wouter vraag wat ze volgend weekend willen doen, roepen ze in koor dat ze weer naar de boot willen.