Atlantic Paradise: Horta, Pica en São Jorge


Onrustig door steile golven
De tocht van Flores naar Faial begint nog wat onrustig doordat er veel steile golven staan. Die zijn nog het gevolg van de depressie waarin de Sark en de Batjar zaten die gisteren in Flores zijn aangekomen. De depressie is nu voorbij maar de golven nog niet. Toch vertrekken we zaterdag 6 juni rond twaalf uur omdat we als we nog langer wachten weer te weinig wind hebben. We zetten de zeilen vol op en lopen lekker met halve wind tegen de zes knopen. In de loop van de dag nemen de golven langzaam af, maar ook de wind wordt langzaam aan minder. Hadden we in het begin nog een lekkere 13 knopen, ‘s nachts neemt de wind af naar 10 knopen en de volgende dag (7 juni) nog verder. Het lukt om te zeilen tot twintig mijl voor Faial, maar dan komen we echt niet meer vooruit en starten we de motor en varen zo de laatste uurtjes op de motor naar Horta.

“Me, Myself and I”
In Horta wacht de Win2Win bemanning ons al op. Altijd weer leuk als er mensen op de kade staan te zwaaien. Het is druk in de haven en bij de receptiesteiger liggen we drie dik. Alhoewel we bij vier verschillende kantoortjes langs moeten om “in te klaren” gaat het toch vrij snel. Wel erg bureaucratisch, we komen immers uit de Azoren (Flores) maar toch willen ze weer van alles van je weten…. We krijgen een prima plekje tussen twee andere schepen in en meren daarom af met de achterkant naar de steiger zodat we makkelijk van boord kunnen stappen. We krijgen hulp van Lilian en Eltjo die een lijntje aanpakken. Onze Franse buurman met een groot X-Jacht begint ‘s middags te zeuren dat we onze boot niet aan zijn boot mogen vastknopen, maar aangezien we alleen een steiger achter ons hebben en tussen twee andere schepen in liggen kan het eigenlijk niet anders. Maar het is een typische Franse zeurpiet, hij blijft maar doorzeuren en uiteindelijk haal ik dan maar een vijftig meter lange lijn tevoorschijn om onze voorpunt direct naar een oog op de kade te beleggen. Blijft een raar volk die Fransen, er zitten hele aardige tussen maar je hebt toch ook een hoop van het type “Me, Myself and I”. Gelukkig zijn de Portugezen die hier wonen een heel stuk gezelliger en wel ontzettend vriendelijk. De rest van de dag kletsen we bij met de Co en Carla van de Lotus en ‘s avonds eten we lekker op de Win2Win bij Lilian en Eltjo.

Wouter vindt het tijd voor een Nederlandse borrel
Maandag 8 juni hebben de kinderen vrij van school omdat ze eerder een dag in het weekend hadden doorgewerkt. Verder doe ik ‘s ochtends wat klusjes zoals diesel tanken, vervangen van een harpje dat in Bermuda in het water was verdwenen en ik ga informeren naar een digitale kaart voor Ierland en Schotland, die hier helaas niet verkrijgbaar is. Ik bel met de zeilmaker om de gennaker te laten repareren. Doordat die niet goed vast zat in de halshoek zijn de bandjes kapot geschafield. ‘s Avonds komt de erg vriendelijke zeilmaker langs en neemt zowel de gennaker als ons huikje mee, dat ook al begint te slijten. Woensdag wordt het weer terug gebracht, keurig gerepareerd en voor een heel wat schappelijkere prijs dan in Bermuda. Lilian wil onze vlag wel repareren, de Nederlandse vlag is nogal gerafeld en ook de Q-Flag die je moet voeren voordat je bent ingeklaard begint al behoorlijk te slijten. ‘s Avonds komen ook deze weer keurig gerepareerd terug, toch handig zo’n naaimachine aan bord. Ook gaan we lekker douchen en dan is het alweer middag en komt eerst de Ojala en daarna de Batjar, de Sark en de Gemini binnenlopen. Wouter vind het wel weer tijd voor een Nederlandse borrel en maakt uitnodigen voor iedereen om te borrelen in Café Peter Sport. Het wordt weer erg gezellig en we blijven ook allemaal een hapje eten. Leuk om alle verhalen te horen, de Gemini is al vele jaren onderweg en heeft een vergelijkbare route als de Lotus afgelegd. De Sark is ook al drie jaar onderweg en heeft een prachtige tocht in het Caribisch gebied gemaakt.

“Ik ga geen school doen” bui
Dinsdag 9 juni begint Aranka met het doen van 4 wassen die we tijdens de oversteek naar de Azoren hebben opgespaard. Ik doe met Myrthe en Wouter de laatste blokken van de Wereldschool die we tijdens de oversteek nog niet af hadden gekregen. Verder nemen we nog een aantal toetsen af. Voor de rest is het programma van de Wereldschool grotendeels af en kunnen we nu dus leukere vakken zoals aardrijkskunde, natuur en geschiedenis gaan doen. Wouter heeft weer eens zijn typische “Ik ga geen school doen” bui. Gelukkig komt halverwege het school programma Lilian als ervaren rot nog even helpen met lesgeven en dan gaat het een stuk beter. ‘s Avonds gaan Myrthe en Wouter op bezoek bij de Sark waar ze film mogen kijken. De volgende dag woensdag 10 juni is het een nationale feestdag (Nationale Dag van Portugal) en is alles dicht. Lilian neemt nog een aantal AVI-lees toetsen af en dan is het schoolprogramma van de wereldschool voorlopig ook weer even klaar. Verder zijn Myrthe en Wouter de hele dag onder de pannen bij Lilian op de Win2Win waar ze mogen knutselen. Lilian leert Myrthe hoe ze kan haken en Wouter knoopt een halsbandje voor zijn lievelingsknuffel. ´s Middags loop ik met Aranka Horta in en doen we boodschappen. Aan het eind van de middag worden we op de Win2Win verwacht samen met de bemanning van de Batjar. Lilian heeft voor Myrthe en Marjolein allebei een hondje gehaakt omdat ze allebei zo dol waren op het gehaakte hondje dat Lilian eerder in St. Maarten had gemaakt. Ik geloof wel dat Lilian hierdoor wat dolfijnen en walvissen heeft gemist omdat ze stug door moest werken, maar zowel Marjolein als Myrthe zijn er heel blij mee. Het hondje van Marjolein heet Horta in analogie met hun bootkat Salé en het hondje van Myrthe heet Blue dog at Sea. Sindsdien is Myrthe onafscheidelijk van haar hondje “Blue”.

Waarom zijn we eigenlijk eerst helemaal naar de Carib gevaren?
Het is opvallend hoe prettig het is om op de Azoren te zijn. De mensen zijn heel vriendelijk en hartelijk. Iedereen wil je helpen en niemand lijkt daarbij op eigen gewin uit te zijn, en dat is eigenlijk voor het eerst deze reis dart we dat zo meemaken. Ik denk dat dat ook wel komt omdat het nauwelijks toeristisch is. Op Faial zijn wel iets meer (boot) toeristen, maar het blijft heel beperkt. En dan is de omgeving ook prachtig, met ruige vulkanische rotsen op Flores, afgewisseld met een meer glooiend landschap van Faial. Kortom het is echt zalig om hier te zijn. Maarten van de Ojala vroeg zich ook al af waarom we eigenlijk eerst helemaal naar de Carib waren gevaren. In ieder geval zijn de Azoren wel DE ontdekking van deze reis, zeker een aanrader!

Van Co heb ik een truc geleerd
Donderdag beginnen wij dan ook maar met onze muurschildering. Van Co van de Lotus heb ik een truc geleerd om een malletje te maken van ons ontwerp. De eerste copyshop heeft al genoeg werk en kan het deze week niet meer doen, maar een tweede copyshop heeft wel tijd en print ons ontwerp op een grote lap plakplastic. Samen met Aranka snijd ik daaruit het ontwerp zodat we het als mal kunnen gebruiken. ‘s Middags komt de Volonté vanuit Flores aan. Ze zijn twee dagen op Flores gebleven en zijn woensdag weer vertrokken richting Horta op Faial. Myrthe en Wouter zien we niet meer die zijn meteen met Thomas en Jesper de hort op. ‘s Middags koop ik verf en begin ik met de rode en blauwe delen van een grote Nederlandse vlag op de muur te schilderen. ‘s-Avonds eten we gezellig met alle Nederlandse boten pizza op de kade.

Eigenlijk hebben we nog niet zoveel gedaan
Vrijdag 12 juni begin ik ‘s ochtends met het school-pretpakket. Eerst topografie, dat nog best wel lastig is, maar daarna gewone aardrijkskunde over hoe de gemeente werkt en geschiedenis over de Romeinen. Met name de geschiedenis vinden Myrthe en Wouter erg leuk. Daarna verder met de muur schildering en het witte deel van de vlag geschilderd. Dat schoot op want van een paar aardige Fransen (zie je wel ze zijn er echt!) kreeg ik een grote pot witte verf en mocht ik hun roller gebruiken. Dat ging opeens een heel stuk sneller dan me een kwastje… Als het wit klaar is schilder ik samen met Aranka onze namen in de vlag met behulp van de malletjes. Het effect valt wel een beetje tegen want de verf loopt onder het plakplastic door, maar Aranka weet het toch weer netjes bij te werken. ‘s Middags wandelen we samen door Horta terwijl Myrthe en Wouter samen met Thomas en Jesper spelen. We zijn nu al een dag of vijf in Horta en eigenlijk hebben we nog niet zoveel gedaan, de dagen schieten voorbij met kletsen en klusjes. Is ook wel lekker want sinds de overtocht hadden we op Flores niet echt de tijd om even bij te komen en bij te slapen. Maar het begint nu wel te kriebelen en we hebben wel zin om wat meer van het eiland te zien en plannen ook langzamerhand het vertrek richting São Jorge. Zaterdag voegen we de daad bij het woord, en nadat we de muurschildering weer een stukje verder hebben afgemaakt gaan we op pad. We lopen naar een baai ten zuidwesten van Horta, Porta Pim waar rond 1460 de eerste bewoners Faial zich vestigden. In 1629 gaf koning Filips III de opdracht om hier een haven aan te leggen. Veel later in het midden van de negentiende eeuw werd de baai van Porto Pim gebruikt voor de walvisvangst. Nu wordt vooral het strand gebruikt door een paar badgasten. Wij lopen langs het strand richting de “Monte da Guia” langde de oude walvisfabriek en een aquarium. Via een mooi pad lopen we naar boven waar de “Capela de da Guia” ligt. Vanaf het kerkje hebben we een prachtig uitzicht. Net als we boven komen zien we Anna en Maarten die toevallig dezelfde wandeling aan het maken zijn. Terug is er een wat steilere route door het bos die ook erg mooi is. Wouter gaat uiteraard nog een keer onderuit (brokkenpiloot) maar gelukkig valt hij niet hard. ‘s Avonds nemen we afscheid van de Batjar die als eerste weer terug naar Nederland vaart. Ze krijgen nog een medaille van Thomas, Jesper, Myrthe en Wouter voor het beantwoorden van de kids quiz waarin ze onder anderen moesten aangeven hoeveel water er in de Atlantische Oceaan zit, leuke vraag toch?

Walvissen bekijken we wel vanaf onze eigen boot
Zondag 14 juni gaan we samen met Eltjo en Lilian van de Win2Win en met Elsa en Jaap van de Sark naar Pico. We nemen de ferry van kwart voor elf en bekijken op Pico eerst het plaatsje Madalena waar de ferry aankomt en dan gaan we met zijn allen in een taxi naar Lajes de Pico waar ook een klein haventje is. We bekijken het walvismuseum en kijken ook nog naar een film over walvissen bij een zaakje dat “Whale watching tours” organiseert. Wij vinden de film wel leuk, maar walvissen bekijken we wel vanaf onze eigen boot. Het is wel leuk om te zien hoe milieubewust en kleinschalig het toerisme hier is. Terug gaan we met dezelfde taxi maar rijden we een andere route dwars over het eiland. Het is ook een prachtige route met een mooi uitzicht op de top van Pico van 2351 meter hoog.

Myrthe klaagt steen en been
Als we terug zijn in Madalena willen wij nog wel en wandeling maken langs de kust. Elsa loopt nog een stuk mee, maar de rest gaat lekker wat drinken in een cafeetje. We lopen eerst het dorpje uit en vinden de wandeling niet heel bijzonder, maar dan komen we bij het wijngaardenlandschap dat ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. De wijngaarden bestaan uit duizenden kleine rechthoekige stukjes land, die ommuurd zijn. De muren lopen parallel aan de rotskust en beschermen de wijnranken tegen de wind en het zeewater. Vanaf de 15e eeuw hebben de eerste kolonisten hier de lavabedden veranderd in boom- en wijngaarden. De Verdelhowijn die hier werd verbouwd stond bekent als zeer goede wijn totdat in de negentiende eeuw de Druifluis en Meeldauwschimmel grote delen van de wijngaarden verwoestten. Inmiddels staan de wijngaarden er weer goed bij. Dit stuk van de wandeling is prachtig, de wijnranken zijn prachtig groen en het is een prachtig gezicht tussen alle muurtjes. Wat een werk moet het geweest zijn om dit allemaal te maken. We lopen langs een oude molen en we moeten eigenlijk wel terug. We zouden om zeven uur terug zijn in Madalena om samen met de anderen een hapje te eten, maar we gokken erop dat we terug wel een lift kunnen krijgen en lopen nog een stuk verder door, door een leuk smal gangetjes tussen twee muurtjes. Als we terug proberen te liften blijken alle auto´s de verkeerde kant op te rijden, je zou bijna denken dat het één richtingverkeer is… Wouter is al eerder terug gegaan met Elsa maar Myrthe klaagt steen en been als ze het hele stuk ook weer terug moet lopen. We stappen maar even flink door -wat tot nog meer geklaag van Myrthe leidt- en we zijn uiteindelijk maar een paar minuten over zeven weer terug in Madalena waar we de anderen gelukkig makkelijk vinden in een restaurantje. We eten gezellig met zijn allen en nemen de ferry van negen uur weer terug.

Alle kleuren groen die je je maar bedenken kan
Maandag doen we weer school-pretpakket en daarna werken Aranka en ik nog aan de muurschildering. De heks die we in de vlag schilderen hebben we ook weer uitgesneden en schilderen we met een mal op de muur. Ook nu is het resultaat niet om over naar huis te schrijven, maar Aranka maakt het wel weer mooi, die is erg goed in dit soort precieze klusjes. Aan het eind van de ochtend huur ik een auto wat weer erg gemakkelijk gaat en gaan we op weg. Eerst rijden we helemaal naar het westen naar de vuurtoren bij de vulkaan “dos Capelinhos” die in 1958 voor het laatst is uitgebarsten. Eerst als een onderzeese vulkaan, maar later was er zoveel lava en as uitgekomen dat er een stuk land van 2,4 km2 bij het eiland Faial is gekomen. Onder de vuurtoren onder de vulkaanas is een museum gebouwd over de uitbarsting van 1957-1958. Het is erg indrukwekkend, ook omdat er mooie filmbeelden van gemaakt zijn. Het landschap is hier nu wel buitenaards met alleen grijs bruine as waarop nog niets groeit. Na het museum rijden we verder over het eiland en rijden nog naar de krater van de grote vulkaan, de Caldeira, midden op het eiland van ruim 1000 meter hoog. Helaas is het bewolkt en rijden we het laatste stuk in de mist. Als we op de krater rand staan zien we eerst ook alleen maar mist maar na een tijdje klaart het heel even op en zien we door de mist heen de krater liggen. Prachtig groen met alle kleuren groen die je je maar bedenken kan. Er is een mooie wandeling over de rand van de krater maar in de potdichte mist zien we daar toch maar vanaf en dus rijden we terug naar Horta. Als we terug zijn maakt Aranka de muurschildering verder af door het gezicht van de heks te schilderen. een lastige klus maar het resultaat is prima en hij is goed zichtbaar door de kleuren van de vlag. Nou, hè hè, die is af, dat koste toch wel weer heel wat meer tijd dan we van te voren dachten. ‘s-Avonds komen Jaap en Elsa nog koffie drinken en vertellen hun verhalen over de reis van de afgelopen drie jaar. Het is erg gezellig en leuk om al hun verhalen te horen.

Andere murschilderingen van Nederlandse schepen in Horta…

de White Witch spuit vooruit
Dinsdag doen we eerst boodschappen met de auto en leveren hem daarna weer in. Het regent vandaag dus lekker dat we de muurschildering af hebben. We maken de White Witch in blue klaar voor vertrek en om één uur varen we onder luid getoeter van de Nederlandse schepen die nog in Horta liggen af richting Víla de Velas op São Jorge. Het is maar een kort stukje (25 mijl) varen en we kunnen er voor de avond zijn. De wind komt schuin van achteren. Volgens de Gribfiles zou er rond de twaalf knopen wind staan dus we zetten geen rif. Als we buiten de haven komen waait het al snel meer dan twintig knopen, maar uit een goede hoek en de White Witch spuit vooruit. We lopen eerst 6, dan zeven, dan en uiteindelijk soms meer dan negen knopen. Zo schiet het lekker op. Aranka oppert meerdere malen om toch maar een rifje te zetten, maar zolang we niet uit het roer lopen en heerlijk door het water spuiten blijf ik lekker in de kuip zitten. Als de wind dan boven de 25 knopen komt moet ik er toch aan geloven en gaat er een rif in het grootzeil en in de genua. Ik ben nog niet klaar of de wind zakt in tot 12 knopen, dus halen we het rif er weer uit, en daarna neemt de wind steeds verder af tot 0 knopen. We starten de motor, maar nog geen kwartier later waait het alweer, maar nu pal tegen. Motor uit, en kruisen maar tot 2 mijl onder São Jorge. Hier krijgen we ook de stroom tegen en dan vinden we het welletjes en varen de laatste mijlen op de motor. Als we het haventje van Víla de Velas binnenlopen staat de havenmeester José de Dias al uitbundig te zwaaien waar we moeten gaan liggen. Hij helpt ons met aanmeren en zegt dat we morgen maar moeten komen inklaren want hij gaat vanavond nog duiken. Hij is tot nu wel de vriendelijkste havenmeester die we ooit zijn tegengekomen. Wouter en Myrthe duiken meteen het water in samen met een stel Duitse kinderen van een andere boot. Deze keer is er geen sprake van verlegenheid en het water is ook ongelofelijk helder. Aranka tovert nog snel een pan nasi uit het kombuis met een paar gebakken eieren. ‘s Avonds gaan we nog even langs bij de Lotus die hier al een paar dagen ligt en die ook bezoek hebben van een Nederlands stel die hier op São Jorge wonen en ook een schip in de haven hebben liggen. We krijgen de nodige tips over het eiland en kletsen door tot het donker wordt. Dan gaan we lekker slapen. ‘s Nachts horen we weer de meeuwen die we ook al op Flores hoorde en die ‘s nachts tegen de rotsen aan zitten en elkaar roepen met een hoop geschreeuw.

Achter op de squad
Nadat we het pretpakket voor school hebben gedaan (we zijn met geschiedenis nu in de Middeleeuwen) huren we woensdag een autootje om het eiland te bekijken. We verleggen ook nog even ons schip naar een wat rustiger plekje dat is vrijgekomen nadat er zeker zes schepen zijn vertrokken naar Terceira waar morgen het Sanjoaninas feest begint. We rijden via een mooie route naar het oosten van het eiland en zetten de auto neer bij een parkeerplaats aan het begin van wandelroute 1. Dit wandelpad loopt vanaf de bergrug met prachtige uitzichten naar beneden naar Fajã da Caldeira de Santo Christo, een heel klein plaatsje dat alleen te voet of met een squad te bereiken is. Het is een prachtige wandeling met volop hortensia’s langs de route die hier gewoon in het wild groeien. De bloemen wisselen af met grasweides waar koeien en een enkele stier graast en met prachtige uitzichten over de prachtig blauwe zee. Als we bij Fajã da Caldeira de Santo Christo zijn gaat het wandelpad over in een iets breder pad. Myrthe en Wouter beginnen al behoorlijk moe te worden en als ze na een tijdje een lift krijgen aangeboden van een squad die voorbijkomt klimmen Aranka, Myrthe en Wouter achter op de squad en leggen zo de laatste kilometers af. Kan ik ook weer even lekker doorlopen…. Als ik aankom bij het einde van de wandeling in Fajã dos Cubres staan Aranka en de kids vrolijk te wachten. De tocht op de squad was erg spectaculair geweest. Fajã dos Cubres is ook weer een piep klein plaatsje maar er zit een klein restaurantje waar we wat drinken. Ik probeer terug te liften naar de parkeerplaats waar ons autootje staat en na een kwartiertje komt er zowaar een auto langs en kan ik meerijden over een heel steile weg naar boven. Daar heb ik zo weer een volgende lift tot voorbij de hoofdstad Calheta en ook een derde lift krijg ik weer binnen een paar minuten tot aan de parkeerplaats waar onze auto staat. Snel rij ik weer terug naar Fajã dos Cubres, nu binnendoor over de bergrug. Als ik Aranka en de kids heb opgepikt rijden we door naar Fajã das Almas waar we over een ongelofelijk steil weggetje naar beneden rijden. Daar lopen we een stukje langs de kust en hebben een mooi uitzicht over de gestolde lava die hier lang geleden zo de zee in stroomde. We eten heerlijk bij restaurante Maré Viva. In het donker rijden we weer terug naar Velas. Donderdag doen we school en kijken we rond in Velas wat ook een leuk plaatsje is. Aranka gaat naar de kapper en komt twintig jaar jonger weer terug. ‘s Middags komt de Win2Win ook aan en ‘s-avonds eten we samen met Co en Carla van de Lotus en met Eltjo en Lilian van de Win2Win pannenkoeken op de White Witch.

De haven is behoorlijk vol
‘s-Avonds maken we de boot klaar om ‘s ochtends vroeg te vertrekken. We horen van José dat de haven in Angra do Heroísmo erg vol is omdat daar het Sanjoaninas feest is. We besluiten om dan direct door te varen naar Praia da Vitoría dat twaalf mijl verder ligt. De Lotus vaart daar morgen ook heen en we kunnen dus samen op varen. Vrijdag ochtend staan we om zes uur op en half zeven gooien we de trossen los. Helaas is er geen wind en moeten we het eerste stuk motoren. Niet veel later zien we ook de Lotus vertrekken die ons even later voorbij vaart. Misschien is de spoed onze schroef niet helemaal goed ingesteld want op de motor zijn we niet erg snel. Maakt ook niet zoveel uit want we zeilen meestal. Als we voorbij São Jorge zijn kunnen we heerlijk zeilen. We komen om half acht ‘s-Avonds aan in de haven van Praia de Vitoría waar Co en Carla van de Lotus ons staan op te wachten om een lijntje aan te nemen. De haven is behoorlijk vol, maar we vinden nog net een plekje aan de receptiesteiger.