Verassingen langs de Portugese kust

…dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen

’s Ochtends proberen we Wouter en Myrthe snel aan het schoolwerk te krijgen zodat we ook snel Porto in kunnen. Ik ga kijken of ik een gasfles kan wisselen en kom vlak bij de haven Porto Doura in een heel leuk wijkje met smalle straatjes en een paar restaurantjes, supermarktje, cafeetje enz, en een heel levendig en gezellig straatleven. De huizen zijn allemaal betegeld met verschillende tegeltjes, soms met alléén een kleur, maar soms ook met een print. Dat maakt dat de huizen er heel gezellig uit zien. Als ik vraag naar een gasfles, word ik wat verder gestuurd, daar nog maar eens gevraagd en dan wordt er naar een mannetje aan de overkant gewezen. Inderdaad blijkt hij in zijn huisje wat gasflessen te hebben staan waaronder ook de campinggas fles die ik zoek. Zo ben ik een kwartiertje later al weer terug met gevulde gasfles.
Wouter en Myrthe doen echt hun best en om twaalf uur zijn ze klaar met school en kunnen we naar Porto. De haven ligt vlak bij de monding van de rivier de Douro en Porto ligt nog een stuk verder achter een hoge halfronde brug die we zien liggen. We hebben dus nog geen beeld van de stad. Maar het wordt al direct leuk als we er naar toe wandelen. We lopen langs de zuidzijde van de Rio Douro naar de karakteristieke brug “Ponte de D. Luis I” waar bovenop ver in de hoogte een metro rijdt en beneden de auto’s.

ze slaan en raspen erop los

Vlak bij onze haven hangen allemaal stokken met lijnen ertussen. De was wordt er opgehangen. Het is vlak naast een washuis, waar nog met de hand wordt gewassen. Ze slaan en raspen erop los, maar de was wordt weer schoon. Toch wel makkelijk een wasmachine, wat een werk… Verderop zijn veel mannen aan het vissen. Wouter en Myrthe mogen steeds in hun bak kijken, waar ze hun levende garnaaltjes in bewaren voor het vissen.
Dan komen we langs een botenwerfje waar gewerkt wordt aan de traditionele smalle houten schepen (Galets) die hier op de Doura druk heen en weer varen. Dit is nog het echte traditionele timmermansvakwerk. We zien geen stalen bouten, alles wordt met hout gedaan. De Galets varen nu met toeristen rond, vroeger werd hiermee de port vervoert vanaf de porthuizen die hier langs de rivier liggen.

aanradertje voor als je een weekend over hebt…

Langzaam krijgen we zicht op een prachtige en ontzettend leuke stad aan de overkant van de rivier. Voor ons is het echt een verassing hoe mooi de stad hier ligt. Aanradertje voor als je een weekend over hebt…
Als we dichter bij de brug komen, wordt het drukker en meer toeristisch. Een oud gerimpeld dametje staat kastanjes te poffen. Aranka koopt een zakje kastanjes, het is lang geleden dat we dat gegeten hebben. Wouter en Myrthe vinden ze niet lekker (´Ieder nadeel heb zijn voordeel´). Heen lopen we onder over de brug waar ook de auto’s rijden. Het centrum is net zo leuk als het er vanaf de overkant uit ziet, vol met kerkjes, oude gebouwen met mooie gevels en leuke straatjes. Vanaf de “Sé Catedral” hebben we een mooi uitzicht en hier is ook een leuk museum met onder andere prachtige tegel muren. We genieten enorm van de stad, en lopen terug langs de bovenkant van de brug waar ook de metro rijdt. ’s Avonds eten we heerlijk verse vis die buiten op de barbecue wordt gegrild in het leuke wijkje vlak bij de haven.



Vrijdag wil Ranka graag een dagje shoppen. Wouter, Myrthe en ik gaan naar het Sealife aquarium en zwemmen in zee. Met dit vooruitzicht wordt er hard aan school gewerkt zodat we om één uur kunnen vertrekken. We gaan met het pontje dat vlak bij de haven vertrekt naar de overkant. We moeten wel even wachten en aangezien het een kids verwendag zou worden beginnen we met ons eerste ijsje. Als we op het pontje naar de overkant varen zien we net de Antares binnen lopen, die die nacht in een haven verderop bij Leixos heeft gelegen. We moeten een flink stuk lopen, eerst door een woonwijk, dan door een mooi groot park. In het park worden de ganzen gevoerd, Wouter en Myrthe vinden het prachtig en gaan kijken. Als ze te dichtbij komen lopen de ganzen op hun af en rennen zij weer heel hard weg, want ze vinden die grote beesten toch ook best eng, maar ze hebben de grootste pret.
Na het aquarium lopen we langs het strand terug. Onderweg gaan we zwemmen en om deze kids werwendag met een tien af te sluiten moet er nog wel een tweede ijsje (verkleinwoord is niet op zijn plaats) komen. We moeten nog een heel eind lopen, en als we terug bij de boot zijn, zijn de kinderen bek af.
Wouter wil heel graag een keer ’s avonds met de grote mensen nog wat drinken en dan heel laat naar bed. Omdat het vandaag vrijdag is, mag hij vandaag opblijven als Hedda, Walewijn en Quirijn van de Antares nog een kop koffie komen drinken. Wouter en Myrthe gaan samen met Quirijn een film kijken en na een uurtje komt Quirijn (3 jaar) een beetje sip naar buiten, Wouter en Myrthe zijn allebei in slaap gevallen en dat is natuurlijk niet zo gezellig…

het lijkt wel Venetië

Zaterdag vertrekken we weer uit Porto. We weten nog niet precies waar we naar toe zullen varen, we laten het een beetje van het weer af hangen. ‘s Ochtends ga ik eerst met Wouter boodschappen doen op de vouwfietsjes, we kopen eerst wat spullen op de markt. Als we naar een supermarkt zoeken, moeten we toch nog een heel stuk fietsen en een steile helling op klimmen. Dan komen we bij een supermarkt die zo groot is dat we eigenlijk de fietsjes binnen ook wel hadden kunnen gebruiken…, maar ze hebben er wel van alles alhoewel het wel veel tijd kost om in zo’n grote supermarkt alles te vinden. Al met al is het toch wel een uur of twee voor we vertrekken. Het eerste stuk kunnen we zeilen, maar aan het begin van de avond valt de wind weg en komen we in een dichte mist terecht. We kunnen echt maar iets van 50 meter om ons heen zien. Gelukkig is het hier rustig en hebben we de hele dag nauwelijks bootjes gezien. We zitten dicht onder de kust dus grote schepen zullen hier ook niet varen. Maar voor de zekerheid zet ik wel de radar aan, en houden we de plotter goed in de gaten. Veel anders om naar te kijken is er trouwens niet. Toch blijft het een vervelend gevoel om niets te kunnen zien. We zijn blij als een uurtje later de mist weer optrekt.
We besluiten vandaag naar Aveiro te gaan. Dit is een leuk plaatsje en je kan er goed ankeren in een baai bij São Jacinto. We kunnen er mooi met laagwater binnenlopen als er bij de monding van de Ria de Aveiro weinig stroom staat. Wel is het donker als we Aveiro aanlopen, maar met de kaartplotter en de havenlichten is dat eigenlijk geen probleem. Volgens de pilot is het oppassen bij de havenmonding en kunnen er grote golven staan. Wij merken er niets van doordat het windstil is en doordat er nauwelijks getijstroom staat en varen heel rustig naar binnen. In het pikkedonker zoeken we een ankerplekje tegenover de steiger van de ferry. Voor het eerst slipt ons anker en dus ankeren we nog maar een keer. Ik trek het anker niet al te strak , maar er is hier geen wind en geen stroom, dus met een hoop ketting blijven we wel liggen.
Als we wakker worden zien we eigenlijk pas waar we liggen. Een mooi plekje. Aranka is nog moe en blijft een dagje op de boot als ik met Wouter en Myrthe een dagje naar het plaatsje Aveiro ga. Waar het precies ligt weet ik eigenlijk niet, maar de ferry waar we tegenover liggen gaat er ongetwijfeld naar toe. Vanaf de ferry zien we hoe hard het nu op de rivier stroomt. Ik kan me goed voorstellen dat het bij de monding flink kan spoken, als de stroom en de deining van de oceaan elkaar hier tegenkomen.
Als we de ferry afstappen zien we geen plaatsje maar wel een bushalte met een bus die naar Aveiro gaat. Gelukkig besluiten we om niet te gaan lopen, want met de bus is het nog zeker een kwartier rijden maar dan komen we in een erg leuk plaatsje waar een soort gondels, die Moliceiro’s heten, door de kanalen varen, het lijkt wel Venetië. De Moliceiro’s werden vroeger gebruikt voor het binnenhalen van zeewier. We bekijken alle straatjes, en leuke gebouwen in het centrum en Wouter en Myrthe rennen lekker rond en als we alles gezien hebben eten we een appeltje en een ijsje en gaan weer terug naar de boot.

goed moment voor een glaasje port en een kaasje

Maandag 8 september vertrekken we om acht uur ’s ochtends net voor laag water zodat we het laatste stukje van de ebstroom mee kunnen pakken. Je kan buiten de brekers zien staan terwijl het relatief rustig is. We snappen nu wel dat deze haven als een van de eerste Portugese havens gesloten wordt bij slechter weer of hoge golven vanuit het westen.

Gelukkig is er net genoeg wind om te zeilen. De wind komt uit regenbuien die overkomen en even later krijg ik de volle lading over me heen. Volgens mij de eerste keer deze reis dat ik mijn zeiljas gebruik…
Aranka en de kids zitten lekker binnen en zijn school aan het doen.
Langs de kust zie je duinen. Het land is hier relatief vlak en wat verder het binnenland in beginnen de bergen. Onderweg worden we nog kort bezocht door dolfijnen, maar waarschijnlijk varen we niet snel genoeg voor ze en ze zwemmen voorbij richting het noorden. De wind is wisselend aanwezig en dan weer weg, maar het is helder en prachtig weer. ´s Avonds valt de wind weg en moeten we de rest motoren.
We besluiten Nazaré voorbij te varen en de nacht lekker door te varen naar Peniche. ’s Avonds hebben we goed contact over de kortegolfzender met andere vertrekkers (korte golfzender werkt beter als je op zee zit dan als je omringd door land bent) en horen dat we aan Nazeré ook niet heel veel missen.
Omdat het zulk rustig weer is en morgen zo goed als windstil, lijkt het ons leuk om niet naar Peniche zelf te gaan, maar naar het eilandje Ilha Berlenga vlak voor Peniche te varen en daar te ankeren. We zullen daar rond een uur of twee ´s nacht aankomen. We puzzelen in de pilot om meer over het eilandje te weten te komen en hoe en waar we daar kunnen ankeren. Het is een natuurgebied dus dat klinkt veelbelovend. De maan is bijna vol en schijnt ons deze avond mooi bij. Er komt nog een grote groep dolfijnen langs. Ze springen allemaal uit het water met dolle sprongen, hangen heel even bij ons schip en zijn daarna weer helemaal verdwenen. Leuk intermezzo, terwijl de motor doortuft in de nacht.
We zien Ilha da Berlenga al lang voor ons liggen. Het is een wat afgetopt eiland in een groep van drie eilandjes, ieder met een vuurtoren of lichtbaken erop. Aan de zuidkant proberen we het eiland te benaderen. Met de verrekijker probeert Aranka te begrijpen hoe het in elkaar steekt en waar we zouden kunnen liggen. Blijft lastig zo in het donker en we zijn opnieuw erg blij met de kaartplotter die enorm helpt met het ontwijken van ondieptes en het vinden van de juiste route. Als we bij de ankerplek komen ligt er al een zeilschip en heel veel motorbootjes. Later blijkt het zeilschip de Badjar te zijn, ook een Nederlands vertrekkersboot, maar dat zien we ’s nachts niet. Opeens springen er weer dolfijnen om ons heen, maar we zijn nu druk bezig om een goed plekje te vinden, en dat is nog niet zo eenvoudig.
Tot vlak langs de kust is het meer dan 20 meter diep. Als we op 15 meter diepte zijn, lijkt de rotskust akelig dichtbij en hebben we het idee dat als we hier 70 meter ketting overboord gooien we zo op de rotsen kunnen komen als de wind draait… We varen een paar rondjes en zien een paar ongebruikte moorings liggen. Vannacht zal er wel niemand meer komen, dus we pakken de buitenste mooring die er wel degelijk uitziet. Lekker dat we vast liggen, maar we hobbelen wel behoorlijk door de swell die om het eiland van de Atlantische oceaan komt. We gaan alle kanten op en je hoort de inhoud van alle kastjes heen en weer schuiven. De sinaasappelen lagen duidelijk niet goed en stuiteren nu over de bodem. Af en toe moet je je heel goed vast houden en weet je even niet meer wat boven of onder is.
Maar we zijn blij dat we vastliggen en we liggen vlak bij het fort Sao Joao Baptista wat er zelfs in het donker mooi uitziet. Goed moment voor een glaasje port en een kaasje,dat Aranka in Porto heeft gekocht. Zo zitten we midden in de nacht buiten in de kuip te genieten van dit moment. Daarna hopen dat we in de stabiele zijligging kunnen slapen op bed en er niet uit vliegen met deze deining.
’s Ochtends (9 sept 2014) worden we wakker en als we rondkijken liggen we op een prachtig plekje. Het rollen is inmiddels ook een heel stuk minder geworden en we zien allerlei grotten en doorgangen door de rotsen waar je –naar het lijkt- wel met de dinghy doorheen moet kunnen varen. De andere zeilboot (de Badjar) is er niet meer, die moeten dus midden in de nacht vertrokken zijn. Later als we in Porto zijn, horen we van de bemanning van de Badjar dat ze om drie uur ’s nachts vertrokken zijn omdat ze het te veel vonden rollen. Als ik navraag bij onze buren blijkt de mooring waar we aan liggen van een toeristen ferry te zijn die overdag de toeristen afzet op het eiland, aan de mooring wacht en ’s avonds de toeristen weer terug brengt. Wij moeten dus verkassen, maar zo overdag ziet het er allemaal een stuk overzichtelijker uit en we ankeren op ongeveer 12 meter en gooien een hoop ketting uit. Met dit kalme weer moet dat voldoende zijn.
Ilha da Berlenga is een verrassend leuk eiland en we hebben er een heerlijke dag. We varen met de dinghy door grotten en rots tunnels, zwemmen bij het strandje dat klein is, en met het rijzen van het water steeds kleiner wordt. Er zwemmen heel veel vissen wat Myrthe erg interessant vindt, en Wouter ook wel een beetje eng. ’s Middags lopen we nog naar boven naar de vuurtoren en vandaar naar het fort wat mooie uitzichten oplevert van het eiland maar ook van de White Witch in blue die we steeds mooi achter zijn anker zien liggen. Volgens Wouter is het de leukste dag van zijn leven.

midden in het slagveld waar de Taag de strijd aan gaat met de Atlantische Oceaan

Nog een nacht bij Ilha Berlenga lijkt niet verstandig, de wind is al gedraaid en we liggen niet meer in de luwte achter het eiland, maar liggen aan lagerwal en de verwachting is dat de wind in de loop van de avond gaat toenemen. Dus we maken ons klaar voor vertrek en besluiten om direct richting Cascais of Lissabon te varen en om Peniche over te slaan. Na vandaag met dit prachtige eiland kan het alleen maar tegenvallen, maar belangrijker is nog dat er slechter weer aan komt en we dan liever bij Lissabon liggen waar veel meer te zien is. Om vier uur in de middag vertrekken we samen met nog een ander zeilschip vanaf Ilha Berlenga richting Lissabon, zo´n 70 mijl zuidelijker.
In Nederland is het lekker nazomeren dankzij het hoge luchtdruk gebied wat er ligt. Maar wij hebben daar last van en hebben daardoor alleen maar zuidenwind. De straffe Portugese Noord is al 2 weken zoek en lijkt voorlopig ook nog niet terug te komen. Maar we mogen niet klagen, want er staat wind. Het andere zeilschip vaart eerst op de motor naar buiten en hijst daar de zeilen en maakt een slag naar binnen. Wij proberen meteen te zeilen maar komen nauwelijks vooruit in de steile golven die er rond de kaap bij Peniche staan. Als we het andere zeilschip alleen nog als klein stipje zien besluiten we ook eerst ruim een half uur naar buiten te motoren, dat blijkt een goede keuze want daarna lopen we met zeven knopen hoog aan de wind richting het zuiden. Hoe dichter we bij de kust komen hoe zuidelijker we kunnen varen. Totdat we echt dicht bij de kust komen, dan wordt de koers plotseling veel ongunstiger, tijd dus om overstag te gaan. Zo maken we handig gebruik van de windshift en maken een hoek van ca. 120 graden ipv de normale 90 graden. De wind draait door naar het zuid oosten en naarmate we vorderen kunnen we weer een steeds zuidelijker koers varen. Het is een prachtige heldere nacht met volle maan en we zeilen heerlijk. We moeten nog een slag maken om niet het TSS te doorkruisen. Het andere zeilschip zijn we al snel weer voorbij, wij lopen veel hoger aan de wind en tegen de tijd dat we bij de Cabo da Roca zijn is het andere zeilschip een klein lampje aan de horizon geworden.
De kinderen slapen binnen. Wouter in het vooronder, zoals gewoonlijk in diepe rust en ver weg. Myrthe ligt op mijn plek (Ranka) in het achteronder. Ze slaapt licht en heeft het raampje open staan. Dan kan ze ons in de kuip horen en dat werkt geruststellend. Af en toe komt ze er uit en vraagt of we er al zijn!
We kijken nog even naar de havens rondom Lissabon en besluiten naar Oeiras te gaan. Hier liggen ook al wat andere vertrekkers die we eerder zijn tegengekomen, we krijgen korting in deze haven en hij lijkt makkelijk aan te lopen…
Later in de nacht ontstaat er bewolking en is onze volle maan verdwenen. Er komen buitjes over en daarna zwaardere buien en in de verte zien we bliksem en onweer. Gelukkig blijft de wind redelijk stabiel en hebben we geen harde windstoten, maar ik gebruik wel voor de tweede keer mijn zeiljack. Hmmm, er is slechter weer voorspeld voor de komende twee dagen en daarvan zal dit de voorbode zijn.
Rondom de kapen bij Cascais draait de wind steeds mee met het land. En zo zeilen we eerst hoog aan de wind naar het zuiden en daarna nog steeds hoog aan de wind naar het oosten. Om van Cascais naar Oeiros, aan de monding van de Taag (Rio Tejo), te varen zijn er twee routes. We nemen de noordelijke passage langs een zandplaat vlak voor Oeiras. We moeten dan over een ondiepte van 7 meter en er staat nog wel een paar meter extra water door het getij. Als we vlak bij Oeiras zijn wordt de zee steeds ruiger. De golven worden steiler, zijn 2-3 meter hoog en breken overal om ons heen. Dan komt er ook nog een dreigend front aan met onweer, en we draaien de fok vast weg om niet te veel last te hebben van windstoten. De golven worden nog hoger en als we zien dat we nog maar een knoop over de grond lopen zetten we de motor bij en ga ik zelf sturen. We zitten precies tussen hoog en laagwater in en hebben de maximale eb-stroomtegen. Gelukkig blijven de windstoten uit. Zo zitten we midden in het slagveld waar de watermassa´s uit de Taag de strijd aan gaan met de deining uit de Atlantische Oceaan. Een ware titanenstrijd. Naarmate we dichter bij de haven komen moeten we de motor steeds harder zetten om überhaupt nog vooruit te komen. Aranka staat inmiddels stijf van de stress en houdt zich aan de bank vast. We hebben dit toch niet zo gelezen in de pilot (boeken over het varen in dit gebied, inclusief de Reeds), er werd wel gewaarschuwd voor de noordelijke passage bij veel wind, maar wind is er nauwelijks. We zijn blij als we traverserend de haven in surfen en halen snel het gas eraf. We gooien de val los en laten het grootzeil naar beneden schieten want veel ruimte is er niet in de haven en we moeten ook nog landvasten, stootwillen etc. klaarmaken.. Het begint net licht te worden en even later liggen we veilig vast aan een enorme steiger tussen schepen die minimaal anderhalf keer zo lang zijn.
Het is dan 7 uur in de ochtend, net licht geworden. De kinderen worden wakker en willen alles weten. En daarna beginnen ze met hun schoolwerk, wetende dat de Volonté hier ligt en ze zo met Jesper en Thomas kunnen spelen. ‘s Avonds is er een gezellige borrel bij de Volonté waar we alle spannende verhalen kunnen uitwisselen en waar we ontdekken dat de zeilboot die ‘s nachts was vertrokken bij Ilha da Berlango de Badjar moet zijn geweest.