I Weki No uit Suriname…

De afgelopen weken hebben we het maar druk gehad met allerlei leuke dingen. Er is ook zo veel te zien en het is ook steeds weer zo totaal anders dat we niet uitgekeken raken. Van bloggen is daarom niet veel gekomen, maar dat maken we nu goed. Dit is de eerste blog, binnenkort volgt de blog over onze tripjes naar Kabalebo en Bigi Pan. Het is wel een wat lange blog geworden….

In het nieuwe jaar maken we een aantal dagtochtjes in de buurt van Paramaribo. Vrijdag gaan we richting Frederiksdorp, een oude plantage waarvan de gebouwen zijn gerestaureerd. Frederiksdorp ligt aan de Commewijne rivier. We rijden over de Wijdenboschbrug naar de andere kant van de Suriname rivier waar we ook meteen geld kunnen wisselen bij een Cambio-kantoortje tegen een aanmerkelijk betere koers dan bij een geldautomaat. Daarna rijden we door naar Fort Nieuw Amsterdam dat op de monding van de Suriname rivier en de Commewijne rivier ligt. Hier is een openlucht museum. Het is erg interessant, er staan nog een aantal oude gebouwen zoals het kruithuis, maar er wordt ook heel veel verteld over de slavernij. Wij leren hier meer over de rol van de Nederlanders in de slavernij dan we tijdens twaalf jaar onderwijs hebben geleerd. Zo wisten wij niet dat de Nederlanders de slavernij 30 jaar later afschaften dan de Engelsen en de Fransen, maar ook het afschuwelijke verhaal van het slavenschip “Leusden” dat -nadat het maanden lang voor de kust van Afrika slaven had ingenomen om zo vol mogelijk te zitten- op 1 januari 1738 verging vlak voor de kust van Suriname bij de monding van de Marowijne rivier. De luiken van het ruim waar de slaven zaten waren dichtgespijkerd omdat de bemanning bang was dat ze door de slaven zouden worden overmeesterd… 667 slaven verdronken! Lijkt mij belangrijker dan de “heldendaad” van Michiel de Ruyter waar onze geschiedenisboeken over vol geschreven zijn. Helaas denken de historici die de onderwijsboeken maken hier blijkbaar anders over en kiezen zij ervoor de dark side van onze geschiedenis angstvallig verborgen te houden…

Als we weer terug lopen naar de auto zien we bij de politiesteiger een zeilschip liggen. Nieuwsgierig naar wie hier op dit mooie plekje ligt, lopen we erheen en het blijkt de Roque te zijn. Zij hadden motorpech toen ze de Suriname rivier opvoeren en hebben toen hun anker uitgegooid. Later zijn ze door een visser naar de politiesteiger bij Nieuw Amsterdam gesleept waar ze mochten blijven liggen, mooi plekje hoor! Wij zijn er 24 december in het donker langs gevaren maar hebben ze toen niet gezien.

We rijden verder naar Frederiksdorp. Bij Mariëndorp laten we de auto staan en steken de Commewijne rivier over met een Korjaal. Het is een prachtige omgeving, vlak, nat en zonnig. Inderdaad een ideale omgeving voor landbouw, maar dat zien we hier niet. De Plantage Frederiksdorp is net zo als de andere plantages verlaten of tot toeristenoord verbouwd. Zonde van de goede landbouwgrond, als we aan de eigenaar vragen waarom hier niets verbouwd wordt zegt hij dat het moeilijk is werknemers te vinden. Daarnaast ontbreekt de infrastructuur. Ten noorden van de Commewijne rivier zijn geen wegen en er is geen brug over de Commewijne rivier. Op Frederiksdorp bekijken we de oude politiepost die helemaal is hersteld en nu als hotel wordt gebruikt. Ook bekijken we de doctorswoning en de woning van de plantage eigenaar. Hoe belangrijker de bewoner, hoe hoger het huis…, het is maar wat je belangrijk vindt. De zoon van de eigenaar vertelt hoe zijn vader de plantage in 1976 heeft gekocht toen deze helemaal vervallen was, en deze met subsidie van het Nederlands cultuurfonds heeft hersteld als toeristenoord. Maar ook over de geschiedenis van de plantage en dat hier ooit zo’n tweehonderd slaven werkten….Het komt op ons onwerkelijk over, ook omdat er niets meer over is van de slavenverblijven. We eten nog lekker bij Frederiksdorp voordat we weer terugrijden naar Domburg.

Zaterdag 3 januari gaan we op bezoek bij Dennis de Smidt, een oud-collega van Roelof, die nu in Paramaribo leiding geeft aan een callcenter. Dennis en Karin hebben drie kinderen, en het klikt meteen met Myrthe en Wouter. Het is zo gezellig dat we die avond blijven eten, terwijl de kinderen in het zwembad spelen dat ze in de tuin hebben staan.

De dag daarna op zondag gaan we naar Fort Zeelandia. Op zondag worden er rondleidingen gegeven. We hebben zware regenval, maar een ontzettend leuke dame die ons veel kan vertellen over de geschiedenis van Fort Zeelandia. Het is indrukwekkend om hier te zijn terwijl je hoort over de rol die dit fort door de jaren heen in de Surinaamse geschiedenis heeft gespeeld. Vanaf het begin van de kolonisatie, toen de indianen leefden op de plaats van het huidige Paramaribo en helemaal niets van het Westen moesten hebben, tot de slaven die hier berecht werden en de december-moorden die hier zijn volbracht, zonder dat ze ooit zijn opgelost/onderzocht. Helaas bestaat de geschiedenis van dit fort grotendeels uit gruwelijkheden, en alhoewel het er nu keurig uitziet voelt het toch ook luguber aan. ‘s Middags rijden we terug naar Domburg en eten een hapje bij Huib.

Maandag gaan we vroeg op pad naar Berg en Dal. Umro heeft hier samen met Just en zijn nicht een huisje en gevraagd of we niet een dagje langs wilden komen. Eerst rijden we naar Waterland waar een pakje voor Myrthe en Wouter van hun achterneef Jan Koops ligt. Roelof’s neef Martijn heeft het opgestuurd naar het haventje in Waterland waar wij later ook onze boot willen leggen, als we het binnenland in gaan. Myrthe en Wouter zijn erg nieuwsgierig wat er in het pakje zit. Bij Waterland vinden we inderdaad het pakje bij de beheerder. In de auto vallen Myrthe en Wouter op het pakketje aan, en het zit vol met Donald Duck’s! Het pakje van Jan valt erg in de smaak en de rest van de tocht hebben we geen kind meer aan ze, ze zitten aandachtig in de Donald Duck’s lezen. Jan, bedankt!

Het is 1,5 uur rijden en we zijn verrast hoe goed de weg is naar het binnenland. Maar hij is ook nog niet zo oud; in 2010 aangelegd. We komen aan bij Berg en Dal en Umro, Just en zijn nicht zijn er al. De kinderen hebben zich erg verheugd op een zwembad, dus dat is wat zij direct willen doen. Wij kunnen ‘s middags een historische wandeling maken, maar uiteraard gaan we eerst een hapje eten. Het eten komt niet zo snel en wij zijn bang dat we niet op tijd voor de wandeling komen. Maar er wordt ons beloofd dat de wandeling niet zonder ons zal vertrekken. Dat blijkt ook wel logisch want we blijken de enige deelnemers aan de wandeling te zijn. Na het eten laten we de kinderen achter bij de nicht van Umro die wel op onze kids wil passen.
We stappen in een korjaal en varen een stukje de rivier op naar een open plek, waar nagemaakte slavenhutten staan en waar een soort activiteitencentrum is. Onze gids vertelt ons over de locatie, waar vroeger een plantage was. Ze laat ons de slavenhuisjes zien en vertelt hoe de bewoners hier vroeger leefden. Ook laat ze zien waar de overledenen op de berg werden begraven. Je kan aan de graven zien of het slaven zijn, met alleen een paal in de grond (ronde bovenkant = vrouw, bovenkant pijl = man en bovenkant hartvorm = kind) of missionarissen met een grafsteen. Ook vertelt ze hoe de slavernij werd afgeschaft en hoe de slaven werden vrijgekocht door de directeur van de Surinaamse bank die een relatie had met de toenmalige eigenaresse van de plantage en daarom ook op de berg ligt begraven. De tante van deze eigenaresse had veel grond vergaard, doordat ze met verschillende gouverneurs trouwde, die vervolgens steeds op mysterieuze wijze na 2-3 jaar om het leven kwamen… De grond van deze gouverneurs werd zo haar eigendom.

Op de berg hebben we mooi uitzicht op de omgeving en op de Brownsberg. We zien nog twee spechten, goudbruin met een mooie kam op het hoofd. En we zien hommels veel groter dan we ze in Nederland kennen, een spinnenhuis/web waar de spinnen samen in wonen, termietennesten (rond) en mierennesten (langwerpig) in de bomen. Daarna lopen we samen een pad terug naar de resort. En dan drinken we nog even samen met Umro en zijn familie wat bij de resort. De kinderen vermaken zich nog steeds prima in het zwembad. ‘s Avonds rijden we in het donker terug naar Domburg, gelukkig is de weg goed en komen we veilig weer bij de boot aan.
Dinsdag rijden we naar Lelydorp waar een vlindertuin is. We zien er hoe ze vlinderpoppen kweken en die dan exporteren, maar ook een grote ruimte waar het vol zit met een enorme hoeveelheid verschillende vlinders. We krijgen een rondleiding, en behalve vlinderpoppen worden er ook schildpadjes en Boa Constrictors gekweekt. Het is leuk en we zijn er uren zoet, ‘s avonds eten we gezellig met Coen en Joce van de Wildeman bij Huib. Woensdag is een rommeldagje dat we gebruiken om te zoeken naar een extra gasfles, met de kids naar de Intertoys gaan -die zo ontzettend duur is dat we niets kopen- en Roelof’s rugzak wegbrengen om te laten repareren op de grote markt.

Op donderdag 8 januari om 12 uur vertrekken we op weg naar het binnenland. Roelof gaat ‘s ochtends vroeg nog naar de grote markt in Paramaribo om zijn gerepareerde rugzak op te halen. Gelukkig had hij een paar fotootjes gemaakt waar het was want het was op een enorme markt ergens links, rechts en achter een deur maar hij heeft het gelukkig weer terug gevonden. En ik was bezig om spullen te verzamelen, de kinderen te laten ontbijten en de boot netjes achter te laten in Domburg voor 3 dagen (vooral was buiten ophangen om te drogen en weer binnenhalen voor de bui, en dat diverse malen herhaald).

Over de “highway” was het iets meer dan 2 uur rijden naar Atjoni, net ten zuiden van het Brokopondo stuwmeer. Daar stopt de weg gewoon aan de Suriname rivier. Wij kwamen om half drie aan en de boten naar Botopasi waren al weg. Maar we konden nog met een andere korjaal meevaren, een mooie roze die naar Pikin Slee (dorpje in de buurt van Botopasi) ging. Nadat er ook duizend kilo cement aan boord was gedragen (om in een dorp een gebouwtje voor een rijstpel machine te bouwen) vertrokken we om ongeveer half vier. Ook benzine tanks gingen mee en bagage van ons en nog een familie. De lading en bagage ging onder een groot zeildoek tegen de regen. Dat bleek later ook erg nuttig…

Het gaat razend hard met zo’n korjaal, zelfs tegen de stroom in. Verder de rivier op kwamen we steeds meer rotsen tegen en op een gegeven moment moesten we uitstappen bij een stroomversnelling. De korjaal kwam er niet overheen door het enorme gewicht van al het cement dat er mee was. Van een andere korjaal kwam er direct hulp aan, en ook een andere bootsman zwom er direct heen. Er werd met man en macht aan de korjaal getrokken om hem droog en heel over de stroomversnelling heen te krijgen.

En warempel, wie kom ik daar midden in Suriname, staand op een paar rotsen naast de stroomversnelling tegen: mijn collega Jetty van het LUMC. Dat was een enorme verassing. Zij was net op een tocht uit het binnenland terug naar Atjoni aan het varen en ze logeert bij haar vader in Paramaribo. Het was heel kort maar erg leuk. Het lijkt wel of we hier in Suriname meer collega’s tegen komen dan in Leiden; Hetty is voor mij de eerste maar Roelof heeft hier al 3 collega’s ontmoet. Even later krijgen we op de rivier een plensbui. Of je nou regenkleding hebt of niet, je wordt heel erg nat. Maar het is gelukkig niet koud. Verder zien we op de rivier nog een ijsvogel en springende visjes.

We varen langs diverse inheemse dorpjes waar de nazaten leven van de vroegere Marrons, weggelopen slaven, die zich diep in het oerwoud hebben verstopt. Er is veel vertier aan de waterkant, er wordt gezwommen, gewassen, de afwas gedaan, enzovoort. De Saramacaners varen zelf ook in kleine korjaals met peddels, dat is wel een stuk zwaarder dan met onze 50 pk motor. Om 18.30 uur als ik het toch wel koud begin te krijgen komen we na diverse stroomversnellingen en dorpjes aan bij Hotel Botopasi waar we heel hartelijk worden ontvangen door Haidy de eigenaar, Ian de gids en Pieter een belg die hier ook al 2 jaar als vrijwilliger helpt.

We krijgen een hut zoals Marrons die in het oerwoud ook hebben, van hout met een bladerdak (maar wel met plastic zeil in de top, want kennelijk vertrouwen ze zelf het bladerdak ook niet helemaal). Er staan 3 bedden in, twee enkele voor de kinderen en een twijfelaar voor ons. Daarachter is nog een ruimte met een toilet en een douche met water uit de rivier. We doen droge kleren aan en dan gaan we naar het hotel waar we een rondleiding krijgen en waar we heerlijk eten. Er is ook een Duits stel uit Berlijn aanwezig en we eten gezellig samen. Rijst met kip, zoute vis en kousenband en salade.

‘s Avonds is er elektriciteit bij Botopasi, want dan staat de generator aan van zeven tot elf uur. Dan is er ook licht in ons huisje, daarna gaat de generator uit en is het donker tot het ochtend wordt. Als er elektriciteit is kijken we ook een film uit 1928 over hoe de Saramacaners of Marrons toen leefden, over de mislukte spoorweg en stoomtrein van de heer Lely uit de tijd dat de goudkoorts er nog was, en hoe ze brood bakken van de cassavewortel door die helemaal te raspen, te malen en te drogen, enzovoort. En ook hoe ze varen over de rivier en hoe ze vis vangen door het sap van de mangrove in de rivier te laten lopen waardoor de vissen bedwelmd raken en ze dan stroomafwaarts uit het water te pakken. Super interessant allemaal. De kinderen waren ondertussen al naar bed gegaan. Ze lagen diep in slaap toen wij naar bed gingen. Midden in de nacht horen we een enorme knal. We zitten rechtop, dat verwacht je hier niet midden in de jungle… Daarna nog acht knallen die klinken als vuurwerk. De volgende dag hoorden we dat dit de afsluiting van oud en nieuw was. Gezien het geknal dat we in Paramaribo al hebben meegemaakt, wel een passende afsluiting.

Vrijdag (9 januari) maken we na een heerlijk ontbijt met broodjes, een prachtige wandeling. Er is hier vroeger ook al groente verbouwd, maar de meeste kostgrondjes zijn weer verlaten en weer ingenomen door het oerwoud. Nu is het dus een jungle die gemiddeld zo’n 150 jaar oud is. Secundair bos noemen ze dat. Je ziet dat aan de vegetatie die ook nog op de grond staat omdat er nog best veel licht door de bomen op de grond komt. Maar er is een goed pad waar wij kunnen wandelen. Ian de gids is met ons mee en vertelt ons over hoe ze van de palmbladeren een dak bouwen, welke bladeren gebruikt kunnen worden als paraplu, hoe je lianen vrij kan maken en bewerken, zodat je ze als touw kan gebruiken en laat ons zien hoe je met de telefoonboom kan bellen. We zien ook rozen die door vrouwen worden gebruikt om te desinfecteren. En op een plek waar ze bomen hebben gekapt voor plantengroei staat een hele mooie bloem, waar heel even een kolibrie voor hangt. De prachtige blauwe vlinders (zo groot dat het wel vliegende boeken lijken) fladderen door het bos en lichten met hun fluoriserende kleuren op in het donker. Ook zien we in de modder bij een kreek nog sporen van een tapir. Maar verder is er niet veel wild te zien, want veel wild wordt hier voor gebruik in de dorpen afgeschoten.

Dan gaan we terug, want Wouter en Myrthe willen toch niet helemaal Freek worden (ook al zijn ze wel blij dat ze vandaag niet gewoon op school zitten). Wouter is inmiddels dikke maatjes met Ian geworden en mag zo nu en dan zijn kapmes vasthouden om planten door te slaan. Maar Hij moet ook zijn best doen om alles wat Ian vertelt over de jungle te onthouden want hij wordt samen met Myrthe steeds weer aan de tand gevoeld of ze wel onthouden hebben wat hij heeft verteld.Op de terugweg hebben we de paraplubladen echt nodig en komt er een stevige tropische bui over ons heen. We wandelen terug en worden door de korjaal opgepikt en terug naar het hotel gebracht. Daar krijgen we een lekkere lunch met bami, kip en komkommer.

Goed moment om Myrthe’s haar weer eens helemaal vlechtvrij te maken en te wassen. Wat een klitten zaten daarin. Misschien wil de vrouw die hier kookt er nog nieuwe vlechtjes in zetten. Echter daar komt niets meer van zodra de zoon van eigenaar Haidy met een vriend langskomt. Dan gaan de kinderen allemaal samen zwemmen, voetballen, dammen en schaken. Grappig dat ze zo met elkaar kunnen kletsen in het Nederlands hier midden in de jungle.

In de avond na het eten maken we met Ian nog een kaaimannentocht. De kaaimannen zijn ongeveer een meter lang en liggen langs de rivier. Je ziet hun ogen rood oplichten als je er met een zaklamp naar toe schijnt. Maar echt dichtbij komen we niet want dan vluchten ze het water in. Overdag zie je ze niet, dan liggen ze iets hoger in het struikgewas te rusten. Als we na 5 kaaimannen, vuurvliegjes, mist boven het water en een fraaie sterrenlucht terugkeren naar onze hut, is Wouter al in slaap gevallen en ontdekken we een huisdiertje in onze hut. We noemen hem snoepie, een lief muisje dat tussen onze spullen aan het snuffelen is.

Midden in de nacht valt er een van de latten onder de matras vandaan, wat een klap geeft dat! Maar gelukkig is het bed niet verder uit elkaar gevallen en kunnen we gewoon verder slapen. In de ochtend klopt Haidy op de deur. Hij wil afrekenen, blijkbaar heeft hij geld nodig om boodschappen te doen want hij gaat naar Paramaribo en de korjaal naar Atjoni ligt al te wachten om te vertrekken. We rekenen af voor ons totale verblijf.

Wij gaan na het ontbijt naar Pikin Slee, een Marrondorp iets hoger aan de rivier, ongeveer een kwartiertje varen. Daar zien we eerst hoe een korjaal wordt gebouwd. Deze wordt uit één stuk van een hardhouten boom gemaakt. Eerst wordt de boom uitgehakt, daarna wordt hij verhit/gebrand zodat het hout zacht wordt en ze hem wijder kunnen maken. Dan worden lange planken als zijkant samen met de knieën (half ronde spanten) tegen de uitgeholde bodem aangemaakt. Als laatste komen de stoeltjes erin. Klaar is hij 4000 SRD (1000 euro). En dan moet je voor nog eens zo’n zelfde bedrag een buitenboordmotor kopen om er mee te kunnen varen. Maar dan kan je er ook goed geld mee verdienen want een enkele reis kost zeventig SRD en er passen wel twaalf tot zestien mensen in de boot. De bootsmannen zijn hier dan ook het rijkst.

In het dorp, dat veel groter is dan we gedacht hadden (er wonen ongeveer vier duizend mensen), zien we diverse offerplaatsen, veel huisjes in oude stijl, maar vaak met golfplaten als dak ipv de oorspronkelijke dakbedekking uit het oerwoud. Er is een kunstenaar hard aan het werk om uit stukken hardhout bankjes krukjes en tafeltjes te maken. Ze zien er prachtig uit, jammer dat ik die niet mee kan nemen op de boot.

Ook zien we er een auto staan. Heel bijzonder want er is geen weg en daar kan je hier midden in de jungle niet veel meer mee dan door het dorp rondjes rijden. We vragen ons af hoe die hier gekomen is. Ian legt uit dat ze die op twee korjalen vervoeren. Je legt wat planken tussen twee korjalen en daar worden dan auto’s maar ook tractors mee vervoert. Ze doen dat alleen met hoogwater anders zijn de doorgangen in de rivier niet breed genoeg. Ongelooflijk, we vragen ons af hoeveel van die auto’s er vanaf vallen maar we hebben niks zien liggen, gaat blijkbaar dus meestal wel goed…

Dan gaan we naar het Saamaka Marron Museum van Pikin Slee. Bij de ingang staat een traditionele toegangspoort om het kwaad buiten te houden, een “Azan Pau”. Mannen lopen hier links onderdoor en vrouwen rechts. In het museum leren we hoe vrouwen en mannen gekleed gaan, als je nog niet getrouwd bent en daarna; hoe ze wonen en leven en over de regels en wetten zoals de Saramarcanen deze afspreken met de zelf gekozen Graama en Kapiten. Het is indrukwekkend hoe ze hier met toch zo veel mensen toch ook nog zo anders leven. Mannen hebben meerdere vrouwen, hoe meer vrouwen hoe meer aanzien. Voor elke vrouw moet er wel een huisje zijn en een stukje grond, een kostgrondje, om eten te verbouwen. Ongeveer een keer per week komt de man dan langs, hij wordt dan door de vrouw gewassen, krijgt te eten blijft een paar uurtjes slapen en vertrekt dan weer naar zijn eigen huisje. Verder de gebruiken over het offeren, de offerplaatsen “Faaka Pau”, en de goden. Zo moet je vooral niet iets uit het water pakken als je het voor de tweede keer opnieuw in het water hebt laten vallen. Dan wil de watergod het hebben en als je het dan opnieuw uit de rivier vist is het hommeles.

Het gekke is dan wel weer dat de winkeltjes veel westerse spullen verkopen. Zo lijkt iedereen wel een mobieltje te hebben. Er staan veel mobiele telefoonmasten en we kunnen overal bellen en internetten. Kennelijk is dat tegenwoordig belangrijker dan elektriciteit die er alleen ‘s avonds is. Dus ook geen koelkasten of koud bier! Het afval verbranden ze zelf; ook weer iets minder gezien de hoeveelheid plastic van het verpakkingsmateriaal van de drankjes dat mee wordt verbrand en waarvan de as de lucht in gaat en vervolgens met de regen weer wordt opgevangen en als drinkwater wordt gebruikt! Maar aan de andere kant wonen er hier ook niet zo veel mensen…

Die middag hangen we verder lekker rond in het hotel en zwemmen de kinderen. Er komen meer gasten en we zien Reece en Anneke, die zelf ook een lodge hebben in Paramaribo en samenwerken met Conny en Haidy. ‘s Avonds is het erg gezellig met zijn allen aan tafel. We kletsen wat af terwijl de kinderen in de hangmatten in slaap vallen. Gelukkig zijn ze later op de avond nog mee te bewegen naar onze hut even verderop, alhoewel Wouter er echt niet tegen kan om wakker gemaakt te worden. Dat mondt steevast uit in een stevige boze bui. Maar tegen de tijd dat we bij het huisje aankomen, met Wouter al spartelend en schreeuwend in de brandweergreep bij Roelof op de nek, is de boze bui al weer over en wacht onze huismuis Snoepie op ons. Liever Snoepie op de kamer dan de vogelspin die Pieter in zijn hotelkamer heeft. Dus wij vallen rustig in slaap.

Zondag 11 januari gaan wij weer terug naar Domburg. Na het ontbijt worden we uitgezwaaid bij Botopasie en Wouter belooft Ian dat als hij klaar is met school, hij nog een keer terug komt om ook het vak van gids te leren. Onderweg in de korjaal zie ik nog een kaaiman liggen op een strandje. De stroomversnellingen die we nu mee hebben zijn toch behoorlijk spannend voor de bootsman en de peddelaars voorin moeten af en toe even goed afduwen. Vijf uur later zijn we weer terug in Domburg. De accu’s zijn nog meer dan 90% vol, dus de zon heeft haar best gedaan. Het is een gezellig weerzien met Joce en Coen. Er is ook nog een Belgische solozeiler aangekomen. Later komen ook Retna en Akash nog langs en de kinderen spelen samen heel leuk het spel Mister X.

Morgen gaan we even wassen, bijkomen etc. en dinsdag gaan we samen met Howy richting Kabalebo voor een volgende reis naar het binnenland. Kortom we vermaken ons uitstekend in Suriname, wat zoveel verschillende gezichten heeft dat het ons blijft verassen.

Cruising Maroc per… auto

Het ziet er naar uit dat we nog zeker tot volgend weekend (18-19 okt) in Rabat liggen. Enerzijds doordat de wind nu uit het zuidwesten komt ipv het gewenste noorden, en anderzijds doordat de haven de komende dagen op slot gaat ivm te hoge golven en bijbehorende brekers bij de ingang.
Het is nog steeds herfst vakantie bij ons en we besluiten om nog een tocht door Marokko te maken naar het noorden, en in ieder geval naar Chefchaouen. We huren een auto wat hier wel erg gemakkelijk gaat. Je belt een verhuurbedrijf, 5 minuten later wordt je opgehaald in de haven en een kwartiertje later heb je een auto mee. Krassen en deukjes worden niet opgeschreven, die worden gezien als normale gebruikssporen in het Marokkaanse verkeer.

Dinsdag avond (14 okt) is er nog een borreltje bij de Win2Win die vandaag ook in Rabat zijn aangekomen. Zij hebben een zware tocht gehad, veel wind, hoog aan de wind en zeeziekte. Blijkt maar weer hoe het kan verschillen met het weer want wij hadden een heerlijke tocht naar Rabat toe. Het is gezellig om bij te kletsen en we krijgen nog een hoop tips van Leon en Frieda die eerder ook naar Chefchaouen zijn geweest.

Woensdag ochtend is het de bedoeling vroeg te vertrekken, maar voordat we alles ingepakt hebben is het toch weer elf uur, maar dan zijn we ook op pad. We tanken eerst, want anders dan in Nederland krijg je de huurauto hier leeg mee en lever je hem ook weer leeg in. Dan rijden we eerst naar Moulay Bousselham, waar een rivier in een prachtige delta loopt voordat hij de zee in stroomt. Op goed geluk gaan we met een gids mee die ons de delta per boot laat zien. Dat pakt erg goed uit, onze gids Ahmed weet heel veel van vogels en heeft zelfs een Nederlandse vogelgids waar hij ons de vogels die we zien in aanwijst. Zo weten we nu dat we de Witte en Blauwe reiger, de Scholekster, de Grutto, de Regenwulp, de Juveniel, de Steenloper en de strandplevier met 3 tenen en gewone strandlopertjes hebben gezien. Helaas zijn er nu geen flamingo’s die hier ook vaak te zien zijn, maar dat wordt meer dan goed gemaakt door het prachtige uitzicht over de delta.
We zien ook vissers die naar krabbetjes vissen met grote netten die ze over de bodem trekken. De krabbetjes worden weer gebruikt als lokaas bij het vissen op zee. Vandaag liggen overigens alle vissersbootjes op de rivier want de branding die ervoor zorgt dat de haven in Rabat gesloten is zorgt er ook voor dat de vissers hier niet kunnen uitvaren.

Na ons boottochtje rijden we verder naar Chefchaouen via binnenwegen door het Rifgebergte. We lezen in de gids dat hier cannabis in grote hoeveelheden wordt geteeld waar maar liefst 800.000 mensen werkzaam in zijn. Er wordt geprobeerd om mensen om te scholen naar gids, maar 800.000 gidsen… Maar het Rifgebergte is ook prachtig om te zien en we genieten van het uitzicht terwijl de hellingen steeds steiler worden. Ons autootje (Citroën C1) heeft het er maar zwaar mee. In Chefchaouen zoeken we naar het hotelletje Dar Dalia dat ons door Leon en Frieda is aangeraden. Iedereen die we het vragen weet ons met grote stelligheid te vertellen waar het is, maar ze wijzen allemaal een andere richting op. Helaas hebben we alleen een kaartje in de Lonely Planet waar nauwelijks straatnamen op staan en na een paar rondjes te hebben gereden vinden we gelukkig een goede kaart op straat. (De telefoon met Marokkaanse simkaart is ermee opgehouden, dus geen GoogleMaps). Nu we weten waar we zijn, hebben we het snel gevonden. Het is een leuk hotelletje, vlak bij de medina van Chefchaouen. Wouter en Myrthe vinden vooral de schildpadjes bij de fontein erg leuk. Als we terug zijn van onze reis willen ze als huisdier nu geen hond meer maar schildpadden, ratten en een poes…

Chefchaouen wordt ook wel de blauwe stad genoemd. De huizen in de medina zijn wit en aan de onderkant blauw geverfd. Ook de straten zijn deels blauw geverfd, wat een gezellige en frisse aanblik geeft van de oude medina. Als we het hotel gevonden hebben begint het al donker te worden, en we gaan snel op zoek naar restaurant Aladdin, waar je lekker kan eten met een prachtig uitzicht over de stad. Het stadje doet zijn reputatie eer aan, want de medina is inderdaad erg leuk.
Donderdag bekijken we nog de burcht van Chefchaouen en slenteren we door de medina voordat we de auto instappen die natuurlijk goed bewaakt is…, zo heeft Marokko zijn eigen betaald parkeren. We rijden richting Tanger en Aranka zoekt in de gids een volgende leuke bestemming. Tétouan blijkt een prachtige plaats, zie onderstaand stukje uit Wikipedia:

De medina (oude stad) van Tétouan staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De binnenstad is zeer karakteristiek en traditioneel. Men vindt hier bijvoorbeeld veel oude witte huizen, enkel laagbouw (zie foto). Overal in de stad ziet men mensen die oude ambachten beoefenen, zoals wevers, juweliers en leerbewerkers. Toeristen probeert men hier ook vaak tapijten te verkopen. Verder lopen er veel dieren rond in de medina.

Nou, dat kunnen we niet laten lopen en we zoeken een leuk hotelletje in de Lonely Planet. Als we het hotel El Reducto proberen te vinden, komen we langs erg steile weggetjes, waar onze C1 het bijna begeeft, maar in de eerste versnelling met een slippende koppeling komen we toch de helling op. Even later lopen we helemaal vast als we midden op de plaatselijke markt terecht zijn gekomen. Dan is zo’n klein autootje wel weer een voordeel… Na twee rondjes hoor ik toevallig Nederlands praten, en snel vragen we de weg aan een familie Nederlandse Marokkanen of Marokkaanse Nederlanders… We zetten de auto neer en lopen verder naar het hotel wat in de medina ligt en waar je inderdaad helemaal niet met de auto komen kan (dat hadden we niet gezien op het Lonely Planet kaartje…)
Het is een prachtig hotel, met mooi mozaïek en een heerlijk dakterras. We weten nog wat van de prijs af te praten, gaat nu ook makkelijker nu het geen hoogseizoen is. De kinderen vinden het een geweldig hotel, want ze hebben 2 hele jonge katjes en in de hotelkamer een soort eigen zoldertje waar ze knus met zijn tweeën slapen.
De Medina is inderdaad heel authentiek en we zien er nauwelijks toeristen. We verdwalen zoals gewoonlijk maar vinden na een tijdje ook weer de weg terug. We zien hier ook meer Spaanse invloed zo ver in het Noorden. Ook zien we Berber vrouwen uit het Rif gebergte, meestal herkenbaar aan een strooien hoed.

De enorme hoeveelheden groente en fruit die zijn uitgestald zijn opvallend, zeker omdat je maar heel zo nu en dan iets verkocht ziet worden. En zo in de zon uitgestald zal het ook niet heel lang goed blijven…. Het ziet er in ieder geval allemaal heel vers uit.
Verder staat dit gebied bekend om zijn cannabis-teelt. Echter zien wij er behalve plastic zakjes met gedroogde blaadjes te koop, verder weinig van. Wel zagen we onderweg bananenteelt.

Vrijdag hebben we een heerlijk ontbijt in het hotel, als Wouter probeert zijn sinaasappelsap in een eigen beker over te schenken, wordt het (uiteraard) een grote bende. De vrolijke hotelbaas neemt Wouter mooi beet en doet alsof hij boos wordt en vraagt aan Wouter een euro om het weer schoon te maken. Eerst snapt Wouter het niet, maar dan kleurt hij diep rood, en rent dan naar boven om een euro uit zijn portemonnee te halen. Later krijgt hij de euro terug, hij is er bedremmeld van en heeft zijn lesje wel geleerd. Als we weg gaan zijn de Hotelbaas en Wouter dikke maatjes.


Vandaag rijden we terug via Assilah aan de kust. Hier vallen ons de brekers op die in de haveningang staan. Hier wil je niet tussen varen en ook hier valt het op dat alle vissersbootjes in de haven liggen. Assilah zelf is een leuk plaatsje, maar omdat het vrijdag is is alles dicht, dus dat is jammer. Er is mooie kunst op de muren en hier zijn de meeste huizen wit geverfd. Maar alle winkeltjes met traditionele nijverheid zijn er vandaag dus niet. We gaan nog op het piepende geluid af van poesjes. En ja hoor, even later zien we 2 kittens, nog met dichte oogjes piepend over de stoep rollen. Ze kunnen nog nauwelijks lopen en roepen om hun moeder. Het liefst willen de kinderen ze meenemen net zoals de Batjar heeft gedaan. Maar dat zien wij niet zitten en het kost enige overredingskracht om de kinderen weer mee te krijgen…


We rijden terug naar Rabat en doen nu we toch een auto hebben nog even goed boodschappen in één van de zeldzame supermarkten van Rabat. Compleet afgeladen brengt de C1 ons weer netjes in de haven. Ik tank ook nog even alle Jerrycans vol met diesel en dan leveren we de auto weer in, wat zo mogelijk nog soepeler gaat dan het huren. Ik bel het verhuurbedrijf en vijf minuten later is dezelfde vriendelijke meneer in de haven, vraagt of we een prettige reis gehad hebben en neemt de auto weer mee. ‘s Avonds eten we lekker in een restaurantje bij de haven en dan slapen we weer “thuis” op onze eigen boot.

De haven is de komende dagen nog gesloten en we kunnen dus niet weg. Zoals het er nu naar uit ziet kunnen we maandag de 20ste of dinsdag weg. We hebben dan ook een paar dagen goede wind richting de Canarische eilanden. Zaterdag drinken we met de bemanning van de Win2Win, de Ojala, de Puff en de Symina waarop een Turkse vrouw solo vanuit Istanboel is komen zeilen. Verder doen we klusjes aan de boot zoals het vastsjorren van extra dieseltanks op het dek en strak zetten van de verstaging. Verder beginnen we ons voor te bereiden op de tocht naar de Canarische eilande, die naar verwachting ca. 4 dagen duurt. Nu maar hopen dat de haven inderdaad weer open gaat, en er een beetje gunstige wind staat.

Pinksteren 2014 – Reünie met Truus

Tijdens een gezellig familieweekend in het voorjaar hadden we met mijn neef Martijn – die tegelijkertijd met ons ook een zeilboot (Westerly) heeft gekocht- afgesproken om een keer samen op het IJsselmeer te varen. Dit weekend zouden we elkaar zondag ontmoeten in Muiderzand en dan maandag samen naar Pampus gaan.
White Witch in blue in Zaandam
Gezeild in een lelyvlet
Zondag zijn we rond een uur of elf naar Zaandam vertrokken om de boot vast klaar te maken. Aranka moest Myrthe nog ophalen van het pinksterkamp met de welpen (op de Kaag). Myrthe bleek op het kamp niet heel veel geslapen te hebben (ze schatte zelf in ongeveer één uurtje!), en laat zij daar nou niet goed tegen kunnen…. Ze zat onder de muggenbulten, was ‘s nachts van het onweer wakker geworden, van haar matje gerold en had alle 10 andere meisjes in de tent met hun zaklampjes zien schijnen. Maar verder was het vooral ook heel erg leuk geweest en kende ze opeens allemaal knopen. Overdag hadden ze goed weer gehad, een schat gezocht en ook gezeild in een lelyvlet (samen met de welpenleiding) wat toch wel heel ‘cool’ was geweest. Wij moeten het in elk geval met een ietwat humeurige dochter en zus stellen…

Vlak langs Pampus
Als Aranka en Myrthe aan boord zijn, kunnen we snel vertrekken, met prachtig weer en een briesje uit het noord-oosten. Gelukkig lukt het Myrthe ervan te overtuigen dat het echt WEL een goed idee is om nog even te gaan slapen.
De Oranjesluizen kunnen we zo invaren en ook de brugwachter van de Schellingwouderbrug lijkt ons goed gezind, dus we varen vlot door naar het IJsselmeer. Voorbij de “Hoek van het IJ” hijsen we de zeilen en gaan richting Pampus. We varen er vlak langs en het is leuk hier nu weer te zeilen, zes jaar nadat we hier tijdens ons huwelijk op “De Utrecht” voeren. Veel bootjes liggen letterlijk ‘voor Pampus’ en dat krijgt met dit heerlijke weer toch een heel andere betekenis… Maar wij moeten door willen we nog bijtijds in Muiderzand zijn.

Truus
Als we bij Pampus zijn, belt Martijn, hij ligt voor anker bij het eilandje ‘Warenaar’ waar hun kinderen in een optimistje rondvaren en vertrekt ook net richting Muiderzand. Al snel zien we Truus varen die ons ook al gezien heeft.
De Truus

Geen havenmeester te bekennen
Samen varen we de haven van Muiderzand in, waar in de verste verte geen havenmeester te bekennen valt. Op de meldsteiger ontmoeten we elkaar en het is leuk om te zien dat de kinderen elkaar nog goed kennen. Noch op de Marifoon, noch op de oproepknop op de meldsteiger komt enige reactie van de havenmeester. Ook een systeem met rode of groene bordjes om aan te geven welke plaatsen nog vrij zijn ontgaat ons. Aangezien er nog veel boten binnenlopen voelen we er niet zoveel voor om `zomaar´ ergens te gaan liggen, dus zoeken we een kopse steiger uit die een beetje krap is maar waar zeker niemand een vaste ligplaats heeft. Martijn en Vera leggen naast ons aan. Het blijkt een goede keuze want al snel varen de 50 ft en zelfs 60 foot (Contest!) schepen binnen die de ligplaatsen om ons heen innemen.

Mozzarella pasta salade zonder pasta
Het is erg gezellig om elkaar weer te spreken en toch ook heel anders dan tijdens een druk familieweekend. De kinderen hebben elkaar snel gevonden en rennen heen en weer tussen de White Witch en de Truus.
Kinderen op de Truus
Het is leuk elkaars boten te bekijken en het blijft ook altijd een heerlijk onderwerp om over door te kletsen terwijl het ene na het andere superjacht langs ons binnenvaart. We koken samen, en met name de Mozzarella pasta salade zonder pasta van Martijn en Vera is heerlijk.
Martijn kookt Aranka en Vera snijden groenten´s Avonds spelen de kinderen samen nog tot half elf in de speeltuin en hebben veel lol. Het is bijzonder hoe goed Myrthe zich houdt en ze is nu in aanmerkelijk betere doen dan ´s middags toen we richting Muiderzand voeren. Maar goed, echt veel slapen zal vandaag ook niet lukken…
Kids op de Truus

Windstoten tot 55 knopen verwacht
Maandag ochtend tijdens het ontbijt blijkt het mooie weer vandaag om te slaan. Code oranje, hagel en onweersbuien met windstoten tot 55 knopen worden in de middag verwacht op het IJsselmeer en de Randmeren. Lijkt dus niet zo handig om nu nog naar Pampus te gaan, kortom, zoals altijd met zeilen moet je je plan aanpassen en we laten de kinderen nog tot een uur of elf in de speeltuin spelen (ook voor ons heel relaxed en biedt de ruimte om lekker koffie te drinken en nog verder bij te kletsen) en varen daarna ieder onze eigen kant op, richting een beschutte haven.

Fileparkeren in Oranjesluizen
Nadat er aanvankelijk geen wind staat bij het vertrek kunnen we al snel zeilen tot bij de Schellingwouderbrug. Bij de Oranjesluis is het ontzettend druk en is het fileparkeren. De sluisdeur sluit letterlijk 20 cm achter ons schip! We krijgen nog een plensbui over ons heen, maar gelukkig klaart het daarna op. Rond drie uur zijn we weer in de haven na een heerlijk relaxed weekendje zeilen.

24-27 oktober – Het Betere Boerenbed

“Stamppot weekend” bij Het betere Boerenbed.

“Wanneer komt pappa nou thuis” hoor ik al om 12 uur op vrijdagmiddag. Nou nu nog niet hoor. We proberen eerst nog laarzen voor Myrthe te kopen bij iemand in Leiden. Leuke laarzen met rozen en doodskopjes, gevonden via Marktplaats. Maar het lukt niet om de mensen thuis te treffen. Jammer, want die laarzen zullen we dit weekend echt nodig hebben, gezien de weersverwachtingen en ons plan om bij de boer te kamperen.

Roelof is vroeg thuis en met alle spullen vertrekken we naar Dwingeloo. Daar staat onze grote tent klaar. Al een keer eerder hebben we zo’n tent gehad in Friesland. Nu zitten we in Drente tussen de prachtige bomen vol herfstkleuren. We worden zeer gastvrij ontvangen door boerin Marian, die gelukkig wel kan lachen om Wouter. Een echte stadsjongen, die zijn neus dichthoud, omdat het stinkt op de boerderij. Maar dat houdt Wouter gelukkig niet lang vol, hij boelt zich direct op zijn gemak bij de boerin. Zodra Wouter en Myrthe alle grote skelters en het konijnehok zien zijn we ze geheel kwijt. En gelukkig mag Myrthe hier wat laarzen lenen, want de hoeveelheid modder door eerder gevallen regen, maakt dat ook wel noodzakelijk.
In de tent staat al een grote krat met de spullen voor de stamppotten die we dit weekend gaan eten. Het is zalig weer buiten en Roelof maakt buiten het houtgestookte fornuis aan. Dan kunnen we daar de boerenkool klaarmaken. We hebben een struik boerenkool gekregen, waar wij volgens mij een week van kunnen eten. Echt alles zit erbij van lekkere boerenboter, spekjes en worst. Dat wordt smullen. Maar het wordt wel laat, want buiten op de kachel eten klaarmaken duurt toch langer dan thuis op het fornuis. Myrthe zit in de tent te genieten van het kaarslicht. Zo gezellig zegt ze. En het is het enige wat we hebben, want we zijn de zaklampen vergeten. Na het eten snel naar bed. De kinderen slapen in de bedstee, met echte kast deurtjes. Van de Action krijgen ze de lichtgevende staafjes mee, want anders is het wel erg donker in hun kast. Wouter is zoals altijd in een seconde weg, maar Myrthe zit volgens mij genietend te luisteren naar het geklets van Roelof en mij in de tent tijdens de afwas.

Van Herfstvakantie

“Ik wil niet wandelen in het bos”

Zaterdagochtend kraaien de hanen al vroeg. Wel tachtig keer, tellen de kinderen. Ik vind de boosdoener die mij die nacht heeft wakker gekieteld. Er ligt een dode oorwurm in mijn bed. Gelukkig kietelt ie nu niet meer. De kinderen zijn snel uit bed. Ze gaan kijken bij de boer terwijl hij de koeien melkt. Later ga ik met Myrthe nog knuffelen met de konijnen in het konijnenhok. En als we het aandurven om het hangbuikzwijn aan te raken, terwijl hij staat te snuiven met zijn kleine slagtanden. Dan ontdekken we dat hij ook kan spinnen als een poes. Hij draait zich op zijn rug opdat we ook zijn harige, modderige, harde buik kroelen. Het is bijna hilarisch. Wouter stuitert inmiddels met de grote skelter voor 4 personen over het terrein en de naastgelegen weg. Die vind andere dingen leuk. Maar het aller leukst vinden ze beiden dat ze op het paard mogen rijden, in draf. Echt stoer.

Van Herfstvakantie
Van Herfstvakantie

Omdat het zulk lekker weer is en we niet zo vaak in Drente zijn, willen we de middag wandelen in het prachtige gebied (Dwingeloosche Heide). Met veel moeite krijgen we de kinderen mee van de boerderij. We gaan naar een lokatie van natuurmonumenten en kiezen een wandeling van 5 km. Helaas bedenkt Wouter net nadat we zijn vertrokken dat hij een bos echt niet leuk vind. Chagrijnig loopt hij achter ons aan te sjokken. Hij heeft honger en ontzettende dorst, want hij heeft in de auto gezien dat ik capri sun en perpernooten bij me had. Maar ja die heb ik in de auto laten liggen. Daarom is het bos nu echt heel erg stom. Net als al die stomme paddenstoelen, met rood en witte stippen. Maar uiteindelijk zit ie met Myrthe alweer te geiten en te spelen in het gras, met 6 jaar kan ie dat toch niet lang vol houden in deze heerlijke omgeving.

Van Herfstvakantie

Einde van de middag beginnen we aan de hutspot. Vuur maken en penen en uien klein snijden en koken op het vuur (drie kwartier) vraagt om een goede planning qua tijd. Na het eten halen we nog een ijsje in de winkel. Myrthe vertelt dat de hond van 12 jaar oud 4 dagen geleden net jongen heeft gehad. Ja die wil ik ook wel zien. We mogen bij de boerin even binnen komen en Myrthe pakt doodleuk zo’n lief klein hondje van de tepel af. Het diertje is kleiner dan je hand en piept, uiteraard. Moeder kijkt not amused en ik ben verrast dat Myrthe dit allemaal zo durft te doen. Maar wat zijn ze ontzettend lief die kleintjes en wat begrijp ik Myrthe goed dat ze heel graag zo’n hondje zou willen. Maar ja met onze plannen is iets anders dan een zeehond niet echt handig!

Van Herfstvakantie

“Hottub in de regen”

Dit keer had ik geen oorwurm in de nacht. Maar er klonk ineens een ontzettende knal. Ik zat recht overeind in bed en wist direct wat het was. De deurtjes van de bedstee waren open gegaan door de wind en Wouter was uit de kast gevallen. Hij lag versuft op de grond, had niet helemaal door wat er was gebeurt. Snel weer onder de wol en ik vraag me af of hij nu nog weet wat er is gebeurt.
De hanen houden geen rekening met het feit dat de wintertijd is ingegaan. En als het licht wordt kraaien ze er dus weer flink op los. Tja daarna worden de kinderen dus ook niet meer stil in de kast. Dus dan maar opstaan.
Van Marian krijgen we weer een enorme mand met onze ontbijt spullen. Weer 3 heerlijke broden, jam, eitjes, meloen en wat al niet meer. We hadden al over van gisteren, wat een hoeveelheden zijn het. Na het ontbijt oefent Myrthe nog even haar boekbespreking, voor maandag op school. Het gaat over Sam Schoffel zoekt het uit van Paul van Loon. Het verhaal zit er wel in, maar ze moet wel oefenen met duidelijk praten. Het hoofdstuk dat ze voorleest gaat erg goed en krijgt verdiend applaus. Ze kan het al echt leuk. Ik hoop dat ze morgen niet te zenuwachtig is en dat het haar dan ook zo lukt.
Ondanks de regen en de wind zijn de kinderen al direct weer verdwenen op de boerderij. Ze mogen bij de buren mee in de hottub. Het ronde bad staat buiten de tent en stoomt van het lekkere warme water. Met het hele gezin en Myrthe en Wouter erbij zitten ze er allemaal in. Het ziet er heel gezellig uit terwijl de regen uit de lucht valt. Goed tijdverdrijf.

Van Herfstvakantie

18-20 oktober – Dolfijnen in de Noordzee?

Aangezien het nog een mooi weekend wordt willen we dit weekend nog zeilen voordat de boot weer onder een dik winterzeil verdwijnt. De wind is vooral zuid, dus we willen zaterdag naar Schevingen, dan is het zondag voor de wind terug varen. Vrijdag ochtend breng ik alvast de Genua en een nieuw Rocna anker naar de boot voor mijn eerste afspraak in Amsterdam. Als ik aan kom lopen vraagt de bemanning van de boot naast ons of ik van AT5 ben? Even later verschijnt AT5 inderdaad voor een opname in de haven war onze boot ook op staat.

Myrthe heeft gevraagd of Lieve, haar vriendin, mee mag. Vrijdag eten we vroeg en halen dan Lieve op en rijden naar Amsterdam. Zaterdag willen we bijtijds vertrekken om de stroom mee te hebben en om voordat het gaat regenen in Scheveningen te zijn. Als we op de boot zijn vind Lieve de boot erg leuk en Myrthe moet natuurlijk alle hoekjes laten zien, je zou denken dat er onweer op komst is… Als ze tot rust zijn gekomen leggen we ze in bed. Wij zij zelf ook moe en hebben eigenlijk geen puf om nu nog naar IJmuiden te varen. Het alternatief, vroeg naar bed gaan en vroeg op staan voelt -nu in ieder geval- veel aantrekkelijker.

Van Herfstvakantie

Ondanks dat het ver in oktober is is het toch warm en ietwat zweterig staan we om vijf uur op. Nadat we thee, koffie en wat boterhammen hebben gemaakt gooien we los en vertrekken we richting IJmuiden. Daar moeten we even wachten bij de sluis, maar net als we willen vastleggen aan de wachtsteiger springen de lichten op rood-groen. De kids zijn inmiddels ook wakker geworden en hebben wel trek in een ontbijtje. Buiten zie ik ze echter niet. Als we de sluis uit zijn hijsen we de zeien. De wind is ZZO en Scheveningen is goed bezeild, er staat echter meer wind dan ik dacht, daarom zetten we twee reven. Daarna loopt de boot lekker en worden de gangboorden zo nu en dan met zout water gespoeld (goed voor het teak). Nu we op een oor liggen komt er zo nu en dan een apenkopje naar buiten om te kijken waar we zijn en hoe het komt dat de boot scheef ligt. Lieve is heel verbaasd dat ze nu opeens midden op zee zit…

De wind ruimt iets in de ochtend en het laatste stuk varen we hoog aan de wind. Het is heerlijk weer met een lekker zonnetje. Bij Scheveningen moeten we nog een klein slagje naar binnen maken en rond het middaguur meren we af in de jachthaven. Het eerste wat de kinderen proberen is kijken of ze nog door de spijlen van het hek passen, dat blijft een belangrijke attractie in Scheveningen. Nadat we het zeil netjes opgedoekt hebben, de haven betaald hebben gaan we richting Sea Life. We krijgen korting want we zijn lid geworden van de jachtclub Scheveningen omdat we onze boot na de Zeilreis van volgend jaar in Scheveningen willen leggen. Is toch handiger dan Amsterdam (dichterbij, je kan direct zeilen zonder sluizen, en strand om de hoek).

Bij Sea Life is het voeren van de otters en de piranha’s het hoogtepunt maar ook de haaien, roggen en andere beesten zij leuk. Ik zie ook de Koraalduivel of Lionfish met zijn mooien maar giftige stekels die ik in de Filipijnen met Jeroen in het echt gezien heb. Wel een verschil met het aquarium in Shanghai waar we vorig jaar waren, en dat intens veel groter is. Toch vermaken we ons hier niet minder! Als we uit Sea Life komen is het inderdaad gaan regenen en we lopen snel naar Simonis waar we heerlijk vis eten. Porties zijn wel wat groot dus we kunnen nog een maaltijd kibbeling meenemen voor morgen. ‘s Avonds willen Myrthe en Lieve we samen deze blog schrijven, maar verder dan een regel is het nooit gekomen.

Van Herfstvakantie

Zondag ochtend komen Trix en Martijn (de ouders van Lieve) langs met lekkere zelfgemaakte brownie’s. Lieve gaat met hen mee omdat wij vanavond waarschijnlijk pas vrij laat terug zijn. Om een uur of elf vertrekken we en hijsen het zeil in de vissershaven. Buiten staat de wind pal van achteren en bomen de Genua uit zodat we op twee oren varen. Alhoewel de stroom tegen staat schiet het toch lekker op met een dikke 8 knopen door het water. Vandaag zijn de kinderen meer aan dek en net nadat we het over dolfijnen op de Noordzee hebben (en of ze er nou wel of niet zijn) zien we er drie vlak achter onze boot langszwemmen. Dat is dus weer duidelijk, ze zitten er wel (alhoewel het ook bruinvissen geweest kunnen zijn).

Van Herfstvakantie

Op het Noordzeekanaal ruimen we alvast wat spullen op en oefent Wouter met sturen. Rond zes uur ‘s avonds ligt de White Witch weer vast in Amsterdam. We hebben geluk want het is de hele dag heerlijk weer geweest en droog gebleven dus we kunnen de zeilen droog opbergen.

Van Herfstvakantie

20131026-125201.jpg

21 september 2013 – Retourtje Scheveningen

‘S Ochtends staan we vroeg op. De White Witch in Blue staat nog bij Oranje Marine op de kant om de motor te repareren. Tijdens onze reis naar Oost Engeland bleef het koelsysteem lekken. Inmiddels is het duidelijk dat dit kwam omdat het onderdeel waar het koelwater in de uitlaat loopt volledig verstopt was door roet uit de motor. Hierdoor bouwde de druk in het koelwater op en werd dit in het interne koelsysteem geperst. Deze volgeroette “exhaust riser” is nu ook vervangen en het probleem met de motor moet nu opgelost zijn.

Om acht uur zijn we bij Oranje Marine en wordt de boot in het water getakeld. Voor het takelen is de achterstag losgemaakt. Aangezien je hier eigenlijk niet fatsoenlijk langs de kade kan liggen (er steken grote rubber blokken uit) kiezen we ervoor om de achterstag zelf vast te zetten terwijl we rondjes varen voor de kade van Oranje Marine. Dat maakt onze start onrustig, want het is best even puzzelen. Het is ook even slikken, want de antenne aansluiting op de dekdoorvoer is kapot gegaan en dat habben ze ons er niet bij verteld. Gelukkig krijgen we de achterstag weer vast, door met de kraanlijn en de grootschoot de mast naar achter te trekken. En dan snel het Noordzeekanaal op.

Om iets voor negen varen we weg richting IJmuiden waar we rond tien uur aankomen. Hier staan Ellen en Herbert al op de kade te wachten. Herbert vaart het weekend met ons mee en is door Ellen weggebracht. Het weer is prima maar de wind staat zuidwest en dus tegen. De wind zal later in de middag ruimen naar zuid-west dus we maken eerst een lange slag naar het westen. Als de zeilen staan is het tijd voor koffie met heerlijke appeltaart die Herbert heeft meegebracht. Ik heb inmiddels ook wel trek en met de hobbelige zeegang is het goed tegen zeeziekte om wat te eten. Het is wel weer even wennen en zo oefenen we voor de IJmuiden enigszins onbedoeld even het overstag gaan.

Van Weekend zeilen naar Scheveningen met Herbert

Na een paar mijl trekt de wind aan en begint de boot uit het roer te lopen. We zetten een rif waarna de boot weer lekker loopt. Wouter en Myrthe zijn gaan slapen, goed tegen zeeziekte en goed voor goed humeur! Ook Ranka is een beetje misselijk door al het gehobbel. Bij de 12 mijlszone gaan we overstag en varen richting Scheveningen. Alhoewel Herbert al lang niet gezeild heeft is hij het nog niet verleerd en is het erg relaxed dat we nu met z’n drieën kunnen zeilen. Net wat meer rust om koffie te zetten of gewoon gezellig te kletsen.

Van Weekend zeilen naar Scheveningen met Herbert

We komen door het ankergebied en alhoewel het lijkt alsof Scheveningen goed bezeild is halen we het net niet doordat de stroom het laatste stuk tegen gaat staan. We komen ongeveer bij de pier van Scheveningen uit. Met stroom en wind tegen gaat het wel erg lang duren en dus zetten we de laatste paar mijl de motor even bij. Om kwart over vijf meren we af in Scheveningen.

Van Weekend zeilen naar Scheveningen met Herbert

Alhoewel we nog niet officieel lid zijn van de Jachtclub Scheveningen krijgen we van de havenmeester toch al lidmaatschapskorting (goede service!). We gaan een hapje eten in de strandtent La Cantina. We hebben genoeg buiten gezeten en zitten binnen heel gezellig. Als Wouter en Myrthe naar bed gaan moeten er uiteraard broodjes gebakken worden met oom Herbert.

Zondag willen we naar het aquarium in Scheveningen. Omdat ongeveer een uur lopen met Wouter en Myrthe ons beetje lang lijkt gaan we met de bus. Net als we ons beginnen af te vragen waarom de bus zo laat komt verteld iemand, die komt langslopen, dat er vanochtend geen bussen rijden in Scheveningen vanwege de vredesloop. Logisch, maar was aardig geweest van de HTM als ze dat even hadden gemeld bij de bushalte of op OV9292. Als alternatief programma gaan Wouter en Myrthe met Ranka naar het strand en gaan Herbert en ik boodschappen doen.

Van Weekend zeilen naar Scheveningen met Herbert

Omdat we niet al te laat in Amsterdam willen aankomen vertrekken we om één uur (ongeveer 2 uur voor de stroom mee gaat staan). Alhoewel het één dag na springtij is merken we niet al te veel van de tegenstroom, We kunnen ook wat dichter onder de kust varen, misschien dat daardoor de stroom niet zo sterk is als gisteren. Het is een heerlijk relaxed tochtje met ruime wind en hoe verder we komen hoe harder we (over de grond) gaan doordat de stroom steeds meer mee gaat staan. Rond zes uur zijn we bij IJmuiden, waar we snel door de sluis kunnen. Op het Noordzee kanaal gaat Herbert koken en ga ik vast opruimen (huikje, rolfokhoes, fenderkleed, etc.) zodat we vlot naar huis kunnen als we in de haven aankomen. Terwijl Myrthe oefent met sturen komt er al snel een heerlijke maaltijd naar boven zodat we iets voor achten met een goed gevulde maag aankomen in Amsterdam met ca. 80 mijl op het log. Ik ga snel de auto ophalen met de Brompton die nog paar kilometer verderop staat bij Oranje marine terwijl Herbert en Aranka de boot leeg halen zodat we om kwart voor negen wegrijden om Herbert na een leuk en gezellig weekend in Heemstede af te zetten. Wouter en Myrthe zijn dan al lang onder zeil.

1 sept. 2013 – Foto’s vakantie Oost Engeland

Hieronder de foto’s van onze vakantie bij de verhalen die we al eerder blogde:

Error: the communication with Picasa Web Albums didn't go as expected. Here's what Picasa Web Albums said:

Error 404 (Not Found)!!1

404. That’s an error.

The requested URL /data/feed/api/user/rmcrevecoeur%40gmail.com/album/VakantieOostEngeland2013?kind=photo was not found on this server. That’s all we know.

28 aug. 2013 – Waterballonnen, want Wouter is 50

Zaterdagochtend 24 augustus was het wel echt vroeg opstaan (5 uur vertrekken). Dat zou de laatste tocht van Scheveningen naar IJmuiden en Amsterdam worden, terug naar onze huidige thuishaven.
De voorspelde oostenwind ( 15 knopen = 4 bft) stond helemaal goed. Het was éénmalig het zeil goed instellen om de 20 mijl naar IJmuiden af te leggen. De White Witch liep voor deze vakantie maximale snelheid van 9-9,5 mijl per uur. 7 van het schip zelf en 2 extra stroom mee. Voor een laatste tocht voor deze vakantie dus wel echt genieten en de stuurautomaat kreeg geen kans om dienst te doen.
Terwijl we langs onze vriend Volkert voeren (Zandvoort) om 8 uur in de ochtend, wilden we nog even een sms sturen. Gewoon alleen onze positie van ons schip op onze site, voor de grap. Maar dat lukte helaas niet. Het visserschip De Iris uit Urk gebruikt nog steeds onze mmsi code en dan is alleen de positie van de Iris zichtbaar en niet van de White Witch. Balen en maar weer eens die visser bellen, dat zijn mmsi code echt niet correct is en er nu echt uit moet. Agentschap geeft de officiële codes uit maar doet zelf niets aan handhaving van gebruik. Lekker is dat!

Vanaf IJmuiden is het dan saai over het Noordzeekanaal op de motor twee uur lang brommen. Om mijn eigen humeur een beetje in toom te houden (ik word heel chagrijnig van een vakantie die voorbij is) ben ik toen het schip van binnen gaan schoonmaken en opruimen.
We lagen om 11 uur weer in de thuishaven te Amsterdam. Alle schepen liggen op een andere plek ter voorbereiding van de HISWA. Ook het officiële gebouw is gedurende onze vakantie officieel open gegaan en we gaan even kijken bij de mooie nieuwe toiletten en bij het restaurant. Het ziet er allemaal heel mooi uit. Maar er wordt nog hard gewerkt om alles over twee weken echt af te hebben met tenten en al. Onze auto blijkt gelukkig niet weggesleept te zijn van de parkeerplaats, zoals we dachten toen we de spoedmail van onze havenmeester in Londen ontvingen. Maar ja even je auto weghalen terwijl je op vakantie bent lukt niet. Maar we hadden hem zo netjes aan een zijkant weggezet dat het kennelijk in alle voorbereiding voor HISWA toch niet nodig bleek. We krijgen zelfs gratis toegang tot de HISWA, omdat we onze ligplaats hier hebben. Dat is erg leuk voor Roelof en mij.

Tja en dan is het inpakken en wegwezen. Het is even zoeken naar het adres in Haarlem aan het Spaarne waar Wouter zijn feest geeft omdat hij vijftig is geworden. Nu we zo vroeg terug zijn willen we dat feest natuurlijk niet missen. Mooie afsluiting van onze vakantie met lekkere tappas en gezellig met vrienden. De kinderen genieten van het weerzien met Jorik, Marijn, Yisak en veel anderen en mogen zelfs tijdens de boottocht door Haarlem zelf de rubberboot besturen. Ze raken door het dolle als er met waterballonnen spelletjes worden gedaan. Ik doe dus maar even of ik niets zie van die 10 cm water die inmiddels ook in de wc staat waar de ballonnen bij het fonteintje worden gevuld. En ik heb ook niet gezien dat 1 hele volle waterballon midden in de wc uit elkaar spat. Echt droog waren de kids al niet meer en als het in de avond dan met bakken uit de lucht komt maakt ze dat niets meer uit, ze blijven lekker buiten spelen. Maar Roelof en ik hebben moeite om onze ogen open te houden en nemen ze gauw mee terug naar huis.

27 aug. 2013 – Schoenen onder het zand

Vrijdag 23 augustus hadden Roelof en ik afgesproken om heel vroeg op te staan, voor stroom mee en wind uit de goede hoek. Gelukkig deden we nog een laatste windcheck voor we gingen slapen. En het bleek gunstigere wind als we later weg zouden gaan. Heerlijk uitgeslapen dus.

De kinderen waren direct uit bed al naar het speeltuintje vertrokken. Ze gingen een verassing bouwen. Later mochten we komen kijken. Wouter had geïnspireerd door het boek “Dummie de mummie” een Egyptische piramide gebouwd. Het was een hele moderne ronde vorm; niet bekend uit de oudheid. Myrthe had duidelijk beelden mee uit Londen en had haar eigen versie van de Tower bridge gemaakt. Ze waren niet weg te slepen uit de zandbak, dus Roelof en ik hebben de boot klaargemaakt voor vertrek en hebben ze zo lang mogelijk laten spelen.
En toen vertrokken we uit Stellendam naar Scheveningen. In de sluis deden zich weer bijzondere taferelen voor van hoe je het niet moet doen, zowel bij een zeiler als een strijkijzer. Gelukkig voeren ze niet bij ons binnen!

Eerst moesten we 7 mijl het betonde slijkgat volgen, voordat er weer voldoende water onder onze kiel stond en we richting Rotterdam konden koersen. Met alle schepen uit de sluis gingen we dus door de smalle geul en gelukkig konden we dat nog redelijk zeilend doen zonder het gedreun van de motor. Het was een beetje heiig, maar de wind stond precies goed om naar Scheveningen te komen. De oversteek van de Maasmond was rustig. En we waren eigenlijk zo in Scheveningen. Daar kwamen we mooi rond etenstijd aan dus snel de boot afmeren en op naar een strandtent.
Probleem was dat de kinderen hun schoenen niet konden vinden. Ze bedac, Zandbak, Schoenen onder het zandhten dat die nog in Stellendam waren bij de zandbak. Met enige gene hebben we de havenmeester van Stellendam opgebeld en gevraagd of hij net voor de glijbaan in de speeltuin twee paar schoenen uit de zandbak zou willen uitgraven. Hij heeft het nog gedaan ook voor ons. Echt service. Die moeten we dus nog een keer terughalen.
Dus Wouter met een paar mooie paarse keens van Myrthe en Myrthe op waterschoenen alsnog vertrokken naar de strandtent. Jammer genoeg was de keuken dicht (te weinig personeel) en konden we alleen drinken bestellen. Maar we mochten het oplossen door een patatje verderop te halen en bij de strandtent op te eten. Maar eerst moesten we de kinderen nog uit zee halen. Zonder ons mogen ze naveldiep in het water, maar die navels van hun zitten op een hele gekke plek, ergens bovenop hun kruin. Dat was dus wel even een ernstig gesprek.

22 aug. 2013 – Terug naar Nederland

Maandag hebben we een heerlijk dagje London. We halen verse croissants en bekijken de “Tower of London”, een mooie burcht vlak naast St. Katherine’s Dock, maar ook ontzettend druk met heel veel toeristen, maar we genieten van het lekkere weer en de oude vertrekken die er nog erg goed uit zien (deels ingericht)en waar je je echt kan voorstellen hoe hoe de ridders en koningen hier honderden jaren geleden leefden. De rij voor de kroonjuwelen is ook voor Myrthe te lang (meer dan een uur) en na twee uur rondkijken gaan we met de ‘underground’ naar ‘Westminster’ en zijn via heeel heeel (Wouter en Myrthe zijn dol op shoppen en dat hebben ze echt niet van mij) veel winkeltjes via Whitehall, St James Park met prachtige bloemen perken (dat kunnen de Engelsen dan weer als besten) en Picadilly Cricus terug naar St. Katherine’s Dock gelopen.

Dinsdag maken we de boot klaar voor vertrek. Wouter en Myrthe vermaken zich prima in de haven en als we ze al meer dan een uur niet gezien hebben zie ik Wouter hard wegrennen. “Nee, ze waren zich niet aan het verstoppen maar ons aan het bespioneren.” Om één uur ‘s middags is het hoogwater en gaan we door de sluis. Daarna tanken we diesel op de Thames waar we erg hobbelig liggen, maar gelukkig aan de goede kant van het ponton, schepen die aan de andere kant liggen worden nog veel harder heen en weer geslingerd. We tanken rode diesel, iets waar de douane in Nederland vaak moeilijk over schijnt te doen. Ik krijg een bonnetje mee waarop staat dat er BTW betaald, dat zal ik dus goed bewaren. Er wil niet veel diesel in de tank, waarschijnlijk zit de ontluchting verstopt. We nemen de diesel mee in twee grote jerrycans, die ik daarna rustig met een hevel pompje de tank in laat lopen, dan gaat het wel goed.

Op de Thames hebben we flink stroom mee, maar er staat bijna geen wind dus het eerste stuk kunnen we niet zeilen. Vlak voor HoleHaven steekt de wind op en kunnen we zeilen. Het is scherp aan de wind, maar het water is vlak en het zeilt heerlijk. We halen onze duitse buren met de Polaris uit St. Katherine’s weer in die tegelijkertijd met ons zijn vertrokken (en op de motor zijn blijven varen…). Later zie ik op internet dat ze net begonnen zijn aan een wereldreis van twee jaar waarbij ze gasten meenemen. Rond zeven uur begint de stroming tegen te staan, en dan draaien wij de ‘Medway river’ op en meren af bij een mooring bij Queenborough. We maken hier een getijde stop, en gaan om één uur ‘s nachts weer verder.

We hebben in het weerbericht gezien dat er een hoge druk gebied aan komt met vooral oosten en noordoosten wind, niet echt handig voor ons. We hebben dus besloten om woensdag (als er nog een westen en zuidwesten wind is) naar het oosten te varen. Waar we precies zullen uitkomen weten we nog niet (Oostende, Vlissingen of Stellendam). We kunnen dan vrijdag en in het weekend prima langs de kust naar IJmuiden varen.

De hele nacht kunnen we heerlijk zeilen. We varen via het ‘Princess Channel’ over de Thames Estuary. Het is hier behoorlijk druk met grote vrachtschepen, die ons de één na de ander passeren. We blijven net buiten de betonde geul en komen weer langs de rare uitkijktorens die er ‘s nachts nog buitenaartser uitzien dan overdag. Met de stroom mee schieten we lekker op en als het licht wordt zijn we al uit de Estuary. We veranderen onze koers meer naar het noordwesten waardoor de wind vrijwel pal van achteren komt. De stroom komt hier bovendien tegen te staan waardoor de boot opeens een heel stuk minder snel loopt, maar zeezeilen moet je ook niet doen als je haast hebt. In de middag steken we het “Traffic Separation Scheme” (een snelweg voor grote schepen) over. Daarna valt de wind weg en motoren we een aantal uur. De zee is vlak en de Wouter en Myrthe zitten op de voorpunt van de boot naar de kwallen te kijken en naar schuimbelletjes te luisteren. Volgens Wouter vallen twee legers elkaar aan; doelend op het water met golfjes tegen het water zonder golfjes (boven de zandbank waar we overheen varen). Hij heeft dus wel iets meegekregen van het bezoek aan de Tower of Londen!
Eerst willen we nog proberen Vlissingen aan te lopen, maar daar zouden we met laag water aankomen (tegenstroom op de Wester Schelde) en bovendien kan je dan de Michiel de Ruyterhaven niet in, die juist zo leuk middenin het centrum van Vlissingen ligt. We kiezen er voor nog een nacht door te varen en naar Stellendam. Daar kunnen we altijd naar binnen. Rond een uur of tien ‘s avonds steekt de wind op en kunnen we weer zeilen. Het is prachtige nacht met een zacht windje, een spiegelgladde zee, een mooie volle maan en af en toe een vallende ster. We komen langs drie grote windmolen parken deels nog in aanbouw (staan ook niet allemaal op de kaart). Myrthe wil nog niet naar bed en kijkt uitgebreid met de verrekijker naar de ‘ kerstboomverlichting’ van de windmolens en werkschepen die erbij liggen. Toen ik om twee uur wou gaan slapen -en wou genieten van de zacht wiegende beweging van de boot- besloot Ranka dat het niet snel genoeg ging en startte de diesel motor die zo ongeveer onder mijn kussen ligt. Gelukkig was ik inmiddels zo moe dat ik er uiteindelijk doorheen geslapen ben. Om vijf uur ‘s ochtends kwamen we aan bij het Slijkgat waar druk werd gebaggerd. Leuk om te oefenen met het begrijpen van de verlichting, maar we kwamen er niet echt uit hoe we er langs moesten, dus maar even opgeroepen op de marifoon. Als we vijf uur ‘s ochtends in de Goereese sluis liggen steekt Wouter zijn hoofd uit het raampje in de kuip met een grote grijns. Hij vind het reuze spannend en zegt dat hij nu ook een hele nacht niet heeft geslapen. Dat wij allebei drie uur naast hem hebben geslapen kan hij zicht echter niet herinneren… Even later liggen we in de haven en zijn we nog maar een paar uurtjes gaan bijslapen. We hadden geluk, Wouter en Myrthe lieten ons tot tien uur uitslapen. Vandaag Stellendam bekeken (waar we wel vrij snel mee klaar waren…) en naar Expo over de watersnood ramp en de Haringvlietsluizen. Morgen op weg naar Scheveningen.