“The Basking Shark”
Samen met de Tequilla en drie Engelse bemanningsleden (Bob, David en Michael), waren we vrijdag 24 juli naar binnen geschut het eerste bassin van het Crinan kanaal in, bij de plaats Ardishaig. De bemanning van de Tequilla zijn erg vrolijke lui en de gezellige humor van schipper Bob spreekt ons enorm aan en we blijven dus onderling contact zoeken.
Op zaterdagochtend (25 juli) wachten we eerst tot de andere jachten uit het bassin zijn weggeschut het kanaal in en gaan daarna zelf. De kinderen helpen mee met de sluizen openen en dicht doen, want dat gaat allemaal nog op eigen kracht. Vorig jaar was alles buiten de zeesluizen (de begin en eind eindsluis) nog gewoon zelfbediening, maar we zijn wel blij dat er bij elke sluis een helpende hand is. Het zijn veelal studenten. Het is nog best wat werk, bepaald niet saai. Het Kanaal is ongeveer 10-12 meter breed en de omgeving is prachtig groen. Het kanaal is eigenlijk maar 8 mijl lang en je wordt door 15 sluizen geschut, 7 omhoog (ca. 20 meter) en 8 naar beneden.
We hebben een waanzinnig mooie dag en genieten volop van de zon en de sluizen en de omgeving. Bij Cairnsbaan maken we een wandelingetje en treffen dan in een van de vorige sluizen de Tequilla weer, die hun motorprobleem waar we ze eerder mee aan de kant zagen liggen hebben kunnen oplossen. Ze vragen waar wij gaan aanmeren. En ze stellen voor ergens bij Dunardry te gaan liggen, dan mogen we bij hun aan boord komen eten. Nou dat klinkt natuurlijk erg gezellig en aanlokkelijk en kunnen we niet laten liggen. We kijken hoe ver we komen en bij sluis 11 gaan we aan een pontoon, waar even later Tequilla langszij komt liggen. We liggen net voor het hoogste niveau t.o.v. de zee, dat is 2 sluizen verder bij Dunardry.
We mogen Bob die gaat koken niet helpen. Hij gaat wat lekkers maken. het wordt macaroni met heerlijk vlees, tomaten en kaas erover. Erg lekker.
We kletsen en lachen heel wat af en David blijkt een hele goede tekenaar te zijn. Hij gaat met de kinderen aan de slag en krijgt hun volle aandacht te pakken. Het is heel leuk hoe de kinderen samen met hem proberen om dingen te tekenen. Het raakt Myrthe ook om zo samen met zo’n goede en aardige tekenaar bezig te zijn, want de dagen daarna probeert ze meer met tekenen te oefenen en geeft aan het leuk te vinden als ze daar wat meer in zou kunnen leren in Nederland. Dat past wel bij haar en ook David was onder de indruk van Myrthes talent om met veel details een tekening zo leuk te kunnen maken.
Ze noemen zichzelf en de Tequilla “the basking shark” (reuzenhaai) als grapje, omdat ze ook 10 meter lang zijn en evenveel wegen (5 ton) en ook zo’n enorme grote mond hebben (Bob). Maar de humor van Bob is niet op papier weer te geven, zo subtiel en zo geestig en heerlijk om zo’n avond zo te lachen.
Het Nederlandse zeilschip Aquilla:
Op zondag (26 juli) gaan we, zodra de sluizen in Dunardry weer starten, mee verder het Crinan kanaal af. De route verder gaat langs een prachtig natuurreservaat , wat we over de dijk heen in de diepte zien liggen. De rivier slingert zich door het landschap en af en toe wordt het heel smal. Gelukkig is er net als we een tegenligger krijgen een extra breed stukje in de rivier waar we elkaar net kunnen passeren. Dan liggen we voor de laatste twee sluisen naar buiten. Het is een gezellig plekje en we zijn er al om 12.00 uur. Dan begint het ook te regenen, zoals voorspeld en dat maakt verder trekken heel onaantrekkelijk.
Maar we ontdekken een andere Nederlands gezin met het jacht Aquilla in het bassin en we raken heel gezellig aan de praat en blijven hangen. Joep en Rick gaan Myrthe en Wouter ophalen en ondanks het leeftijd verschil hebben ze samen wel lol. Ik bak wat pannenkoeken en het is al snel 16.00 uur, dus dan kunnen we ook echt niet meer weg. Maar samen met Bram kijken we naar de route door diverse Whirlpools die ons buiten het Crinan kanaal staan te wachten en kijken goed naar de route en gevaren die we onderweg tegen kunnen komen en bedenken wanneer vertrek gunstig is om het getij mee te hebben. Is leuk om dat samen een beetje uit te dokteren.
De kinderen zijn zo blij weer een Nederlands schip met kinderen te treffen dat ze niet schromen om het logeren meteen op te rakelen. De jongens willen eigenlijk liefst op hun eigen Aquilla slapen, maar onze kinderen mogen bij hen aan boord slapen. En ze worden ook nog voor het avondeten uitgenodigd. Stelletje bofferts, dat ze het weer voor elkaar krijgen.
In dat geval betekent dat een avondje vrij voor Roelof en mij samen en wij gaan samen uit eten bij het lokale restaurantje. We eten een heerlijke vispot en mosselen.
Puilladobhrain, de poel van otters:
Maandag (27 juli) vertrekken we met de eerste sluis en schutten samen met de Tequilla naar buiten. Dat is heel gunstig voor ons om zo snel mogelijk buiten te komen en maximaal aantal uren stroom mee te hebben op de route. We willen 20 mijl verderop naar een ankerbaai varen Puilladobhrain, de pool van otters.
We roepen snel de kinderen, die nog logeren op de Aquila, want we hebben niet verwacht dat we om 8.30 uur al met de eerste sluis mee zouden kunnen. Ze hebben het heerlijk naar hun zin gehad en allemaal lekker geslapen. Eigenlijk heel erg jammer om weer zo’n leuk ander gezin te gaan verlaten, waar we in zo korte tijd zo leuk kennis mee hebben kunnen maken.
Buiten op zee is het rustig weer. Van de voorspellingen 5 Bft met uitschieters naar 6 Bft merken we echt weinig. We hebben wind en daar zijn we allang gelukkig mee. Zo’n 10-12 knopen wind uit het Noordoosten en we moeten dus aan de wind varen. Samen met de Tequilla varen we richting Dorus Mor, de eerste whirlpool voor vandaag. Maar gelukkig blijkt deze helemaal niet spannend. Het is wel grappig dat je aan het wateropervlak wel kan zien dat er enorme stroom staat; je ziet ook eddy’s die de andere kant op stromen en paddestoelen. Maar niets verstoort onze richting of onze reis, het werkt allemaal zelfs enorm mee. Na Doris Mor varen we langs de beruchte Corrywreckan. Maar we worden er niet ingezogen, want het is rustig vandaag en wij zeilen door naar de Sound op Luing en daar stroomt het nog een tikkeltje harder. We zeilen op een gegeven moment zelfs met 10 knopen vaart doordat we meer dan 4 knopen stroom mee hebben. Echt gaaf. En het lukt zelfs om de hele route te blijven zeilen. Twee keer moeten we even om een rots te ontwijken overstag en een klein stukje oploeven, waarna we onze route gewoon steeds hoog aan de wind kunnen vervolgen. Tot we bij de Puilladobhrain zijn. De ingang zien we maar net liggen, een smalle doorgang vlak langs de kust.
Op twee hopen stenen achter elkaar is met witte verf een lichtenlijn gemaakt die je naar binnen kan volgen. Erg handig, want het is ondiep, smal en je moet de kust bakboord echt op 2 meter afstand passeren. daarachter ligt werkelijk een hele mooie ankerbaai. We varen zoals de Tequilla ons heeft geadviseerd helemaal door naar achteren, zo ver als het kan. Daar ligt ook nog een grote boei in het water. We gooien het anker uit en genieten van dit plekje. Jammer dat er nu net weer drizzle begint. Even verderop zitten 10 zeekanoërs, die net weer instappen en vertrekken met een zeehond nieuwsgierig in het kielzog. Leuk hoor om hier te zeekanoën in dit gebied. We zien even later de Tequilla binnenkomen en zij gaan lekker aan de boei/mooring liggen. Allemaal maken we de dinghy klaar, want die is hier wel handig. Onze dinghy is na het opruimen in Bermuda toch wat achteruit gegaan. Hij zit vol schimmel en heeft een lekje door het schuren in de bakskist. Dat kunnen we nog repareren, maar de motor voor de dinghy krijgen we niet meer losgedraaid. Die is kennelijk echt door erosie helemaal vastgeroest. De WD40 olie helpt om één kant los te krijgen, maar de andere weigert. Nou dan wordt het maar peddelen.
Het eerste echte avontuur van Myrthe en Wouter na 1 jaar reizen:
Even later peddelen we naar de kant en wandelen het zompige veen/moerasgebied in. Het stikt er van de kleine steekbeestjes. Maar even later vinden we het pad naar de pub even over de heuvel (0,5 mijl). Het is een leuke wandeling over het eiland Seil. In de pub werd vroeger gewisseld van kilt naar broek, omdat op het vaste land een kilt niet was toegestaan. En tegenover de pub ligt het riviertje, dat in verbinding staat met de Atlantische Oceaan. Over de rivier is een mooie brug gebouwd; “bridge over the Atlantic” genaamd. Dat is nu al de derde keer dat we de Atlantic dus oversteken en het gaat zo een stuk sneller!!!
In de pub komen we de bemanning van de Tequilla weer tegen en we leren een spel Devils legs. Zij gaan later op de boot eten, maar wij blijven in de pub en eten fish and chips. Daarna gaan we terug wandelen. Echter op de terugweg horen we iemand heel erg hard help roepen. We snappen niet waar het vandaan komt, maar het lijkt bij de schepen vandaan te komen. Wouter is helemaal ongerust en rent vooruit, bang dat er iemand verdrinkt en dat we te laat komen. We vermoeden dat een man op een schip wat er ligt heeft geroepen. Er vaart nu ook een dinghy naar toe. Wij stappen ook snel in en gaan poolshoogte nemen. In de tussentijd zien we dat de man ook nog in het water valt en aan zijn boot hangt. De andere man weet hem in de dinghy te krijgen. En als wij aankomen kunnen we helpen om de man weer aan boord te krijgen. De telefoon in zijn broekzak zal het wel niet meer doen. En als ik naast hem sta begrijp ik ook wat het probleem is, drank. De man is niet helder en de andere hulp die er nu ook bij is checkt of zijn anker wel goed ligt. Dat is niet het geval, dus ze ankeren de boot opnieuw. De eigenaar heeft wat droogs aangedaan en misschien dat de val in het koude water hem toch wat heeft ontnuchterd. De kinderen zijn helemaal onder de indruk van het gebeuren. Ook al zijn we al een jaar aan het reizen, dit is volgens hen echt hun eerste “echte avontuur” wat ze hebben beleefd.
Drizzle, Cats and Dogs, showers………………:
Het is een drizzle dag. We zwaaien de Tequilla uit bij vertrek en volgen zelf even later ook. We varen vandaag ca 30 mijl naar het eiland van Mull, naar de plaats Tobermory. Roelof is daar vroeger al eens geweest, fietsend met zijn ouders. Het lukt om kleine stukjes te zeilen, maar verder hebben we of te weinig wind of tegenwind en vooral veel regen.
Langs het eiland van Mull zien we het kasteel Duart, één van de toeristische attracties. Het ziet er groots uit, maar past geheel in het rotsachtige landschap. Ineens krijgen we via de marifoon een oproep van de Aquilla. Dat is leuk, we zien ze op de AIS en zij varen net naar de ankerbaai waar wij hebben gelegen.
In de middag komen we aan bij Tobermory. Het ziet er schattig uit met rijtjes gekleurde huisjes. Alleen de regen wil vandaag maar niet stoppen. Zelfs de Schotten zeggen dat het jaren niet zo erg is geweest in de zomer.